Zeekajak-week in Wales, Mei 2001

Anglesey / Holyhead (Deel 1)

Indrukwekkende rotsformaties

Wales, dat leek me wel wat. Een ruige rotskust met kliffen die zo'n slordige 100 meter recht uit zee oprijzen, rotseilandjes met grotten en spelonken. De Ierse Zee, met zijn sterke getijstromen. En - last but not least - de beruchte tidal races en overfalls. Dat alles tegen een achtergrond van glooiende heuvels, bezaaid met gele brem en schaapjes (waartussen het ook uitstekend wandelen schijnt te zijn), een traditie van stevig ontbijten en een onverstaanbaar taaltje (ooit willen weten wat een bgftyrbjkhoij is?). Zogezegd, zogedaan: in de kanarie-gele camper van Wim (mister TKBN) en Anita vertrokken we met z'n vijven richting Wales.

Het meest westelijke puntje van Wales is een schiereilandje met de naam Holyhead. Daar wordt ieder jaar door het Anglesey Sea and Surf Centre een International Sea Kayak Symposium georganiseerd: een imposante naam voor een lang weekend van workshops, lezingen en demo's, gevolgd door een cursusweek. En inderdaad: nooit eerder zag ik zoveel zeegaande kajakkers bij elkaar, uit zo veel landen, met zo veel felgekleurde boten. Tussen het gebrabbel van blonde Zweden (of was het Noors), het knauwen van Amerikanen en het altijd beslist klinkende Duits was ook vertrouwd Hollands te horen n behoedzaam Vlaams. Zoals blijkbaar onvermijdelijk bij kano-ers was het geheel ook hier gezellig rommelig georganiseerd. Iedereen probeerde wegwijs te worden uit het zeer uitgebreide aanbod van workshops en lezingen. Gelukkig is er tussen al die nationaliteiten altijd wel iemand te vinden die kan helpen bij het maken van een keus.

Dag 1: Incident-management en Rock-hopping

Uit de enorme hoeveelheid workshops koos ik voor Incident-management, ofwel hoe haal ik iemand uit een benarde situatie. De rotskust met nauwe inhammen, grotten en met plateaus die nu eens overspoeld worden door golven en dan weer boven water uit steken levert voldoende plekken waar een kajakker makkelijk in de problemen komt, maar des te moeilijker te helpen is. Zeker wanneer er wat golfslag zou zijn. Zu zijn, want op deze zonovergoten dag was er nauwelijks een golf te bekennen.Toch was er genoeg te oefenen. Vooral sleeptechnieken kwamen in alle varianten aan bod, want met al die puntige rotsen is de eerste prioriteit: wegwezen en rustig water opzoeken voor een x-redding.

Later op de dag stak er toch wat wind op, en met de wind kwamen er wat golfjes. De hoogste tijd voor wat rock-hopping, een geliefd lokaal tijdverdrijf waarbij de nauwste doorgangetjes tussen, over en onder rotsen opgezocht worden. Doorgangen, sommigen een meter of vijftien lang, waar je waarschijnlijk net wl, of net niet doorheen kunt. Timing is van groot belang: drempels kunnen op de rug van een golf genomen worden, maar ben je te vroeg of ben je te laat dan hang je met kajak en al in de lucht tussen de rotswanden te spartelen.

Ook stuurmanskunst wordt op de proef gesteld. Het ogenschijnlijk gemak waarmee sommigen hun lange zeekajak laten rondtollen (alsof het een wildwaterbootje is) is om jaloers op te worden.De dag wordt afgesloten met een lezing van Chris Duff, een Amerikaan die solo rond Nieuw Zeeland's Zuidereiland voer: indrukwekkende dia's en een begenadigd verteller. En bij het eind van een goede dag hoort Engels bier (want daar slaap je lekker op).

Dag 2: To eat or not to eat

Dag twee stond voor mij in het teken van een meer exotische workshop: survival. Uitgebreid werd besproken wat er zoal te verschalken valt in de buurt van de kajak. Leerzaam daarbij waren bijvoorbeeld de stelling: hoe liever, hoe lekkerder (ofwel kuikentjes zijn lekker mals), en de kanttekening dat het niet handig is om een olifant te vangen, omdat je die toch nooit op krijgt en er geen vrieskist in je kajak past. Daarnaast waren er allerhande tips en trucs voor het vangen van vis, slakken enzovoort. Dat moest natuurlijk in de praktijk uitgeprobeerd worden. Gewapend met uitschuifhengel gingen we te water, en al snel was het raak.

Mijn frustraties van vruchteloze vis-pogingen in Kroati verdwenen als bij donderslag toen er ook bij mij een prachtige makreel toehapte.Al met al werden er zo'n 15 vissen gevangen: makrelen, een kabeljauw en een koolvis.

De hoogste tijd voor een BBQ dus. En zoals altijd maakt goed eten de tongen los over ng meer eten. Recepten werden uitgewisseld en visserslatijn was niet van de lucht.

Mijn goedgevulde buik dwong mij tot rust waardoor ik de lezing van een malloot die per kajak de Atlantische Oceaan over gaat steken heb laten schieten.

Dag 3: Vreemde vogel

De maandagochtend stond in het teken van reddings-demo's door de Coastguard. Een helikopter en een reddingsboot zouden hun kunsten vertonen, waarbij allerlei scenario's voor het redden van drenkelingen en kajakkers gedemonstreerd zouden worden. Iedereen werd aangemoedigd het water op te gaan, als je durfde, want het slot van de demo zou eruit bestaan dat de heli iedereen omver zou proberen te blazen met zijn rotorwind. Velen kozen ervoor als toeschouwer op de kliffen te blijven.

Na wat wachten op het water hoorden we in de verte de helikopter naderen. De 'slachtoffers' maakten zich klaar en noodfakkels werden afgestoken.

Al gauw verscheen de heli boven het vlot van kajaks met het 'slachtoffer'. Een redder liet zich naar beneden zakken en belandde even later op het vlotje. In een mum van tijd werd de 'patint' overgedragen, aangekoppeld en even later opgetakeld. Telkens als de heli een beetje in de buurt kwam tijdens n van de demo's voelde je de wind toenemen. Het geluid was sowieso oorverdovend. De moed zonk me toch wel een beetje in de schoenen, en ik was lang niet meer zo enthousiast over mijn deelname aan de 'omverblaaspoging'.

Plots was het zover en er was geen ontkomen meer aan. Langzaam, laag en dreigend kwam de heli aanscheren. Het geluid werd harder dan oorverdovend. Plots werd mijn pet van mijn hoofd gerukt, ik voelde het borgtouwtje breken. Waternevel stoof om me heen en korte golfjes omringden mij. Ik probeerde vooruit te varen (godzijdank lag de punt van m'n boot recht naar het epicentrum) maar de enorme wind maakte het onmogelijk de peddel te bewegen. Achter me zag ik iemand omgaan, maar ik had even genoeg te stellen met mezelf.Even plots als dat het gekomen was, was het voorbij: door de wind werd ik uit de mallemolen gestuwd. Iedereen likte zijn wonden. Een enkeling heeft kunnen eskimoteren (chapeau, Anita), anderen worden weer in de kajak geholpen voor de tweede passage van de heli.

Ik besluit het lot te tarten en te proberen met de wind dwars van opzij overeind te blijven. Volgens de boekjes moet het mogelijk zijn al scullend tegen de rotorwind in te hangen. Met mijn chocolade-kant (rechts scullen gaat me nu eenmaal beter af) naar de naderende heli gericht wacht ik op wat komen gaat. De wind neemt toe en ik probeer er al scullend tegenin te hangen. Het is vreemd, maar met het toenemen van de wind wordt het makkelijker om te hangen: op scullen wordt zelfs overbodig en hangend in een soort permanente hoge steun laat ik het geweld aan me voorbij trekken. Een beetje verbaasd, maar ook triomfantelijk varen we even later terug naar het baaitje: we hebben het gered.

Als middagprogramma sluit ik me aan bij een groepje voor een relaxed tochtje naar Rhoscolyn, een klein eilandje voor de kust.

Ook hier is volop gelegenheid voor rock-hopping en voor nadere kennismaking met nieuwsgierige zeehonden

.

De rotsen zijn vergeven van de schelpdieren en met de 'les' van gisteren nog in het geheugen verzamelen we een maaltje.Ook de grotten vragen om een nader onderzoek. De gewelven zijn prachtig, maar het is altijd weer afwachten hoe ver je er in door kunt dringen.

Sommigen lopen na enkele tientallen meters dood, anderen monden uiteindelijk weer in de openlucht uit, soms zelfs met een strandje: ideale lunchplekjes.

Opgejaagd door een latent gevoel van honger (of lekkere trek) keren we terug naar Porth Dafarch, de uitvalbasis.

Het avondeten is uitgebreid: een voorgerecht van Escargots de Mer en Fines Herbes gevolgd door een copieuze Pasta Frutti di Mare fresco.

De dag wordt afgesloten met een nachttocht, een soort puzzeltocht voor blinden. Alles lijkt anders: het geklots van het inktzwarte water (er is geen maan), afstanden zijn onvoorspelbaar (boem! is ho) en elke golf komt onverwacht.

Het blijft een leuk gezicht om omringd door de kleurige lichtstipjes van breekstaafjes door de nacht te glijden. Later, in bed, blijft het water klotsen tot het me in slaap wiegt.

Martin-Paul Neys

 

Wordt vervolgd . . .

zie ook Anglesey Sea and Surf Centre over het Zeekayaksymposium in Wales