SKYE 2004

Na in 2003 een kanoreis met de stichting Peddelpraat gemaakt te hebben, heb ik me dit jaar wederom aangemeld voor een kanotrip in Schotland. In 2004 hebben we de Small Isles onveilig gemaakt, nu staat een tocht van 7 dagen langs de kust van Skye op het programma. Onze groep bestaat uit 6 deelnemers: Axel, onze tochtleider, Johann en zijn zoon Maarten, Martin, Rick uit Engeland en ondergetekende. De laatste weken voor het vertrek naar Schotland bestaat uit het bestuderen van de waterkaarten en getijdentabellen, het volgen van het weer en het uitzoeken en afwegen van maaltijden, want alle mondvoorraad voor 7 dagen moet mee en het moet ook in mijn boot, een shore line, passen. Donderdag 15 juli in de namiddag, rol ik met auto en kano de veerboot van IJmuiden naar New Castle op. Een verpozen van ongeveer een halve dag, waarbij je kan genieten van een Noors buffet en de nodige entertainment. Vrijdagochtend, om 10, uur rijd ik op Schotse bodem; geconcentreerd, want links rijden en tegelijkertijd navigeren eist de nodige aandacht. Aan het eind van de middag ben ik de Westkust al aardig genaderd en ik heb me voorgenomen om in Fort William te overnachten. 80 Kilometer voor het eind van die dag bied ik argeloos nog een lift aan een enigszins wanhopige lifter. In Fort William word ik echter door een politiewagen met sirene tegen de vangrails gedrukt en word mijn medepassagier gesommeerd om uit te stappen, waarna hij geboeid word afgevoerd. Ik mag de politiewagen naar het bureau escorteren. Daar word vaag over de arrestant nog wat mededelingen gedaan en ik mag doorreizen. Snel een hotel gezocht en deze ontmoeting achter me gelaten. De volgende ochtend op naar Skye; eiland in de mist. Nog een halve dag rijden. Eenmaal op de camping aangekomen begeeft de knalpijp van mijn auto het en hangt deze als een dweil in het gras. Dat kan er nog wel bij, maar de campingeigenaar ontfermt zich over de reparatie en garandeert dat de auto in orde zou zijn bij terugkomst van de trip. Mijn vaarmaten zijn al gearriveerd en ’s avonds genieten we onder het genot van de nodige pints een goede pubmaaltijd. De weersvooruitzichten zijn niet zo best; er wordt veel wind verwacht. De eerste voorboden zijn al voelbaar en zichtbaar: Argeloze kampeerders zien hun tent platgeslagen of omgetrokken op het veld liggen. Dit weer zal de tocht tijdens de komende dagen aardig beïnvloeden……….

Zondag, eerste vaardag

zuidwest 5-6, lokaal 7 in het noorden, later neigend naar 3-4 in het zuiden

Onze auto’s stallen we bij het beoogde eindpunt; Dunvegan. Terwijl het soms flink regent stouwen we onze boten vol. Het kan er net in. Daarna slepen we onze kano’s 100 meter door dik zeewier de haven van Portree uit en zetten koers naar het zuiden; het kleine eiland Raasay. We peddelen over Camas Ban over en de Sound van Raasay op . Vol de wind tegen met flinke windvlagen en regenbuien. Een zeearend vliegt over en voor de beschutte baai van het schiereiland in the Narrows of Raasay speelt een zeeotter. Martin vindt een schitterende kampeerplek; een heus grasveld bezaaid met schapendrollen.. Wind, regen en zon geven prachtige kodakmomenten.

Maandag, dag 2

zuidwest 4-5, afnemend 3 , buien en regen.

We peddelen zuidwaarts van Raasay en houden de oostkust van dit eiland aan, richting Rona. Na Rubha Erd Ghaisen varen we de zeestraat tussen de eilanden in. In de Caol Rona staat een tidal race en surfend schieten we onder Rona door. De natuurlijke haven van Rona wordt aangegeven met een witgekalkte pijl op de rotsen. Daar staat een bothy (trekkershut) op ons te wachten. De beheerder van dit eiland, Bill, heet ons welkom en biedt ons aan om in zijn woning te douchen. We maken dan ook dankbaar gebruik van zijn gastvrijheid. Wel intrigerend zo’n Schot in zijn eentje op een eiland. Hij beheert het eiland voor een Deense familie die dit al enige jaren in haar bezit heeft. Naast het verzorgen van de schapen en runderen, onderhoudt hij het eiland en is hij tevens havenmeester.

Dinsdag, dag 3

variabel 3Bf of minder, trekt aan zuidzuidoost 4-5, 6-7 in het zuiden

We besluiten om de kust van Skye weer op te zoeken, want de vooruitzichten zijn niet al te best. Mochten we onverhoopt niet verder kunnen, dan kunnen we nog altijd onze auto’s op de een of andere manier bereiken. Als we op deze kleine eilanden blijven is de kans groot dat we vast komen te zitten. Zodoende maken we de oversteek zo kort mogelijk, koers 270. Het is bijna windstil en peddelen richting de Skye. Als we de kust naderen klinkt doedelzakmuziek uit de verte. We hebben al enige malen een spuitgat gehoord, nu een luide vlak achter ons, Rick en ik draaien ons om en een walvis duikt achter ons op om daarna onder ons door te zwemmen. Onze dag kan niet meer stuk en als bekroning diept Axel whisky uit zijn luik op. Daar moet een Tallisker op gedronken worden. We varen verder noordwaarts langs de kust met zijn hoge kliffen, basaltformaties en vele grotten. Een gruweltafereel: op 10 meter voor onze boten verorbert een grote jager een zilvermeeuw. Het dier is kortgeleden gedood. Het is wel handig om iemand mee te hebben die veel van vogels weet; Martin. Hij vertelt dat deze jager zeevogels aanvalt en om sneller te vluchten braken ze hun laatste maaltijd op. Op deze manier komt zo’n jager snel aan zijn eten. Het begint steeds meer te regenen, wij hoppen van grot naar grot. Niet alleen droog, maar ook ontzettend mooi.

Tegen het eind van de tocht geeft Maarten aan dat hij het koud heeft en zich beroerd voelt. In een hoog tempo aan wal en zijn tent opgezet. Achteraf bleek dat deze in een plas met water stond. Iets te snel gehandeld. Toch valt onder een tarp, met voeten in het sop, onder het genot van het een en ander, een hoop te lachen.

Woensdag, dag 4

zuidoost naar zuidwest 4-5, later afnemend 3 naar zuidoost, regen

We dragen de boten over spekglad zeewier het water in en zetten koers naar het noordelijkste puntje van Skye. Een ontspannen uur varen met de wind in de rug, met vele grotten, seals, alken met jongen, puffins, enz. Genieten!

Vroeg in de middag ronden we de punt. De heftige tidal race dwingt ons om kort aan de kust te blijven. Windkracht 5 met een Atlantische deining. Dat wordt echt zeevaren! We moeten stevig in de peddels knijpen, want een onverwachte windvlaag blaast met gemak je peddel uit je handen…

Bij de Duntulm ruïne, een vervallen kasteel, vinden we een mooie lunchplek.

We hopen over een uur gebruik te maken van de tegendraadse stroming, de eddy. Als we eenmaal weer in onze kajaks zitten is de wind behoorlijk toegenomen en moeten we over flink hobbelig water.Een paar uur hard werken tegen Bf 5 brengt ons bij Camas Mor. Een mooie boothelling, strak gras aan weerszijden van de weg; een prachtige plek. Het is de hele dag droog gebleven. We beginnen steeds meer aan de weersberichten te twijfelen ……… Rick noemt het dan ook de daily liar!

Donderdag, dag 5

zuid ruimend naar zuidwest tot west, 5 tot7, af en toe 8, regen en onweersbuien.

Vandaag hadden we de oversteek naar Waternish Point willen maken met een tussenstop op de Ascrib Isles. Axel informeert voor de zoveelste keer bij de kustwacht, maar daar worden we ook niet vrolijke van. Iedere kanotocht zou afgeblazen worden bij deze weersverwachtingen. Axel durft met ons de tocht naar Uig aan. Vijf zeemijlen kanoen tegen een krachtige wind zal ons naar een haven brengen die logistiek iets gunstiger ligt. Van daar uit is het makkelijker om de auto’s op te halen.

Zodra we de luwte van Rubha Chairn Leith verlaten krijgen we pal windkracht 6 op de boeg. Soms versterkt door windvlagen die je door de rimpeling op de halvemeterhoge golven ziet aankomen, gevolgd door een ruk aan dat gedeelte van de peddel dat het hoogst is. Opletten en keihard werken. Trekkend aan de peddels en klimmend over waterheuvels zijn we het er over eens: zorgen dat we naar Uig komen. Twee mijl voor de haven zien we bij de Stack of Skudiburgh een geel strandje van 10 meter breed.

In de luwte van een heuvel genieten we van de lunch en de zon. Als we na een half uur weer in de boten stappen hebben we nog geen vermoeden van de wind die aangewakkerd is tot Bf7. Meer dan een uur ploeteren we richting haven, de wind nu aan stuurboordzijde. Manoeuvrerend tussen een traag varende trawler en de enorme palen van de ferrysteiger vermijdend varen we de haven binnen. Omkleden, auto’s ophalen en een camping zoeken.

De volgende avond sluiten we de trip af met een heus feestmaal en blikken terug op een prachtige vaartocht.

Het besluit om ook vrijdag niet meer verder te varen is de juiste; Bf6. Zaterdag blijkt dat de vissers dit weekend niet uitvaren vanwege de weersverwachting.

Marie-Louise