Lauwersoog - Engelsmanplaat - Ameland

We strekken onze benen en ademen diep in. De zilte lucht doet goed. Het plan is om via de Engelsmanplaat buiten Het Rif om naar het oostelijk deel van Ameland te varen. Daar willen we overnachten. Zondag willen we dan terug varen. De vooruitzichten zijn goed: zonnig voorjaarsweer met een matig windje uit het oosten. We hebben nog een uurtje om de kayaks te bepakken. Om 9.45 is het hoogwater en we willen de ebstroom graag mee hebben. Bovendien moeten we nog door de sluis. Tussen alle zeil- en motorjachten hebben we veel bekijks.

De sluisdeuren zwaaien open. Voor ons ligt het Zoutkamperlaag. Aan de horizon is Schiermonnikoog te zien, en verder kabbelend water, zo ver het oog reikt. We volgen de vaargeul naar het westen, de grote groene tonnen rechts houdend. We schieten aardig op nu de ebstroom begint te trekken en na anderhalf uur ontwaren we Engelsmanplaat recht vooruit. Even later glijden onze scheepjes over het zand.

We zullen hier een poosje blijven om de kentering van het tij af te wachten. De zon helpt flink mee om ons verblijf op deze zandplaat aangenaam te maken: allereerst ontdoen we ons van overtollige kledij. Dan wordt met vereende krachten een windscherm gefabriceerd van peddels, touw en zeildoek.

Nu wordt het moeilijk kiezen: luieren in de zon of een wandeling over de zandvlakte die langzaam droog valt. Met een paar man gaan we op verkenning. Het vluchthuisje op zijn hoge poten is ons eerste doel.

Daarna struinen we verder, tot onze aandacht getrokken wordt door waterstraaltjes die omhoog spuiten voor onze voeten: kokkels, diep onder het zand. We krijgen er een te pakken, en daar blijft het niet bij. Binnen een half uurtje hebben we genoeg van deze schelpdiertjes te pakken voor een lunchhapje. Enthousiast keren we terug naar het basiskamp. Karolien heeft ons, onder het genot van een drankje, van een afstandje gevolgd. Pannetjes komen tevoorschijn en even later doen we ons tegoed aan de verse lekkernij.

Aan het eind van de middag kunnen we verder. Met het laatste beetje ebstroom ronden we Het Rif. Op de kop van deze steile zandplaat staat zelfs wat branding, maar daar komen we zonder kleerscheuren doorheen.

Ons verblijf op de Noordzee is van korte duur: via de Holwerderbalg gaan we weer richting Waddenzee. Wat vanochtend nog n grote watervlakte was is nu zand, doorsneden door geulen en kreken. En de komende uren zal de vloed alles weer met een zacht geruis onder laten lopen.

We hoeven ons niet te haasten, in tegendeel: op het Pinkewad staat nu nog maar een paar centimeter water. Met wat geduld zal dit over een half uurtje enkele decimeters zijn: voldoende om te bevaren. De zon gaat net onder als we aankomen op onze kampeerplek. Tentjes worden opgezet en met vereende krachten wordt het diner bereid, ditmaal aangevuld met een salade van vers geplukte zeekraal. We borrelen wat na en vertellen sterke verhalen over eerdere tochten. Voldaan zoeken we later onze slaapzakken op.