Grote kloof van de Ubaye

Deze zomer hebben we voor het eerst de kloof van de Ubaye gevaren. Hieronder de foto's, het verslag en foto's van de filmopnamen volgen later.

20 jaar na dato zitten er weer een paar Batavieren in de kloof van de Ubaye. Toen met polyester boten van tegen de 4 meter, nu met plastic dobbertjes half zo lang. In 1983 ging Bert van Vliet samen met Henny Lagee, Gert Matsers en Frank van den Brand het avontuur van de grote kloof van de Ubaye aan, dit keer zijn het Mayke, Koen, Saskia en Menno die samen met een aantal in Frankrijk opgedoken vaarmaten de kloof willen bedwingen.

We hebben afgelopen dinsdag al met Coen en Mayke het traditionele traject van Martinet naar Le Lauzet. Het is verschrikkelijk laag water in heel Europa dus echt spectaculair was dat stuk niet, komt nog bij dat door een noodweer die zondag daarvoor een kleine aardverschuiving bij Fresquire heeft plaats gevonden waardoor de gehele loop van de Ubaye aldaar is verander en er tonnen fijn slijpsel zijn mee gespoeld waardoor het water donkergrijs is.

Op de terugweg staan we even boven op het moeilijkste stuk van van de kloof te kijken, dat is een terugkomend ritueel waarbij je, je staat af te vragen of je dit stuk ooit nog een keer zult varen. Meestal heb je onvoldoende ervaren vaarders mee om verantwoord dit schitterende traject wildwater IV-V te kunnen varen. Nu is het water echter laag dus de basis moeilijkheidsgraad zal, denk ik, niet boven de WW IV uit komen. De gevaarlijke passages in het begin kunnen we gewoon omdragen.

Door de week heen rijpt het plan verder in mijn hoofd, ik kom Jan Boersma tegen en die heeft wel zin, Saskia durft het bij deze lage waterstand wel aan, Coen vertrouwt op ons oordeel en wil zijn vakantie graag spectaculair afsluiten en op onze camping staan Eric en Arne die ook wel trek hebben. Ik heb een groep bij elkaar voor de kloof van de Ubaye, Joepie!!

Dit weekeinde is het zover, om 11 uur staan we bij het uitstappunt van Le Lauzet onze boten af te binden. De auto's worden omgereden en we  kunnen van start. Het water is, een week na het noodweer nog steeds ondoorzichtig grijs, dat maakt het er niet makkelijker op de ideale vaarroute te bepalen. Daarnaast stinkt het best wel. De Ubaye is normaal een rivier met helder (en reukloos) water. Door het lage water en het noodweer dat her en der in de bovenloop rotzooi heeft meegenomen, zitten de keerwaters in de kloof vol met ongerechtigheden zodat wij tijdens het verkennen en omdragen een vieze putlucht ruiken. De 3 sterren die Peter Knowles voor het landschap van de kloof geeft moeten we hierdoor helaas afwaarderen tot een enkele ster. Dat zal volgend jaar wel weer over zijn.

Direct na de start valt er rechts een mooie waterval in de Ubaye. De enige doorgang is onder het vallende water door, met een temperatuur van 35 graden is dat geen straf. 

Daarna stroomt het water rustig door om 100 meter verderop over de rand te verdwijnen, het begin van de Lions Den', de moeilijkste passage van het hele stuk, afhankelijk van de waterstand tot wildwater VI. De moeilijkheid zit hem grotendeels aan het einde van het verval waar het water met kracht rechts tegen een onderspoelde wand stroomt. In de deze onderspoeling hebben meerdere kanors het leven gelaten. Voor mijn gevoel moet deze passage bij deze waterstand ook links te varen zijn, de wals die daar zit lijkt overwinbaar. Het blijft gelukkig bij theorie want reeds van tevoren is besloten dit stuk niet te varen en op dat soort besluiten moet je nooit terugkomen. Zeker niet als er ergens een onderspoeling loert.

Net na de Lion's Den en net voor de Moulinette

Ook de Moulinette dragen we over, niet zozeer om de moeilijkheidsgraad, bij deze waterstand een stevige WW IV, maar meer omdat als er tijdens een bevaring iets fout gaat je met grote kans de volgende stroomversnelling afspoelt. Goed afzekeren is hier moeilijk en zo bedreven zijn we daar ook weer niet in. Daarnaast, er komt nog een heel mooi vervolg dus om je op de eerste paar passages al volledig in de stress te varen, dat is niet verstandig. Bootje op de nek en dragen maar.  

Direct na de Moulinette zit een blokkendoos 2 stevige trappen en een verblokte in en uitvaart. Het lijkt erop dat deze door de lage waterstand juist moeilijker wordt omdat er dan  bij de tweede trap een risico bestaat dat je onder een rotsblok gepinned wordt. 

We dragen over en Coen, Tom en ik starten direct na het 2-e verval zodat we de verblokte uitvaart nog kunnen meepakken. Tom gaat in de uitvaart om en eskimoteert. Blijkbaar ging dat niet helemaal soepel want met een verkrampt gezicht zoekt hij de kant op. De kramp is in zijn kuiten of hamstring geschoten en met een van pijn vertrokken gezicht ligt hij naast zijn boot. Erik rekt het hele spulletje op en na verloop van tijd kunnen we verder. We besluiten deze passage de kuitenbijter te noemen (-;) Naast die beet in de kuiten heeft de smetteloos witte sweet helm een flink te tik gehad en een stuiver grootte zwarte carbonplek is zichtbaar geworden.

Al met al zijn we al een uur onderweg hebben eigenlijk nog geen meter gevaren, dat gaat lekker dus!

De volgende passage bestaat uit 2 vervallen achter elkaar waarbij er in het onderwater diverse platen en rotsrichels zitten.

Een goede boof is hier op zijn plaats. Kom je bij het tweede verval iets te veel rechts uit, dan wordt je tegen een schuin overhellend blok gedrukt.

Iedereen komt hier relatief netjes vanaf, alleen af en toe een diepe steun om niet door het rotsblok omver gegooid te worden. 

Na deze passage dendert de Ubaye in een lange S-bocht van rechts naar links met aan het einde smal verval met een stevige wals. 

De pirouette Supersport van Arne heeft door zijn lengte hier weinig problemen. Saskia moet al stevige in de hoge steun om overeind te blijven (of te komen?). 

Tom is zijn kramp ervaringen nog niet te boven en vaart defensief het verval af, hij ligt helemaal achterover en wordt direct door de wals afgestraft en wordt met een noodgang achterover geloopt. Na de eskimorol wordt wederom het keerwater opgezocht om kuiten en hamstrings te ont-krampen.

De verblokte passages rijgen zich aaneen. Ergens halverwege gaat het weer mis, Tom gaat om en test wederom de slagvastheid van zijn sweethelm. Die is in orde. Het is echter zo ondiep dat hij ook geen mogelijkheid ziet om te eskimoteren. Even later gaan Tom, boot en peddel solitair door het leven. Gelukkig kunnen we direct onder de passage alles snel bij elkaar vegen en de schade opmaken. Die beperkt zich gelukkig tot Tom zijn helm die overeenkomst met een dalmatir begin te vertonen.

We varen verder en amuseren ons kostelijk met de stevige stroomversnellingen die nog komen. De lage waterstand haalt wel wat druk van het water af waardoor je fouten makkelijker kunt corrigeren, de extra verblokking doordat er veel meer stenen boven water uitsteken maken een aantal passages ook wel extra moeilijk. Vooral een verblokt en onoverzichtelijk verval begint op een pure loterij te lijken. Je komt met een noodgang de keienhelling afzetten en moet maar afwachten door welke kei je opzij of achterstevoren wordt gegooid. Hier moet je gewoon maar vertrouwen op je reflexen. Ik bijvoorbeeld, doe het laatste deel van de passage achteruit.

Ook de tweede helft van de tocht brengt nog diverse onoverzichtelijke passages met zich mee n daarvan, een zwaar verblokte invaart waarbij aan het einde het water strak langs en tegen een wand stroomt ziet er wat tricky uit. Zit er wel of geen onderspoeling in die wand? Het ongeluk in Noorwegen vers in mijn gedachten besluit ik tot de chicken-run helemaal links. Dat heeft niets meer met varen te maken, ik worstel me gewoon over en langs een paar grote rotsblokken en omvaar zo de gehele passage. Van onderaf blijkt de passage veilig genoeg te zijn om gevaren te worden waarna Coen, Arne, Erik en Jan op mijn handsignalen proberen te begrijpen hoe ze nu eigenlijk aan moeten varen. Dat lukt voor geen meter en eenieder probeert op geheel eigen wijze de passage te meesteren. Dat lukt maar verdient in een aantal gevallen niet de schoonheidsprijs. Als Jan wel enigzins netjes beneden komt roep ik maar snel "Ja, zo bedoelde ik het". 

Dan zit na iets meer dan 2 kilometer het moeilijkste stuk erop en kunnen we nog 2 kilometer lekker uitvoeren. Al met al hebben we er bijna 5 uur over gedaan. Meer dan een uur per kilometer. Het vele verkennen, de kuitenbijters van Tom en de vele foto en video pauzes hebben hun tol geeist.

Moe maar helemaal voldaan staan we in de brandende zon op het eindpunt na te genieten. De volgende keer met een paar kuub meer water en dan ook helder en reukloos water graag.

 Lees ook:

Durance 2004

Guil 2004

Noguera Pallaresa 2004

Chateaux Queras en Schutsengel kloof.

Menno