31 oktober 2024
Peilschaal Altier 11 kuub. Dit lijkt gelijk aan het peil in 2019, maar de rivier had nu duidelijk meer water. Tegen midden water aan, schat ik in. Het bruggetje aan de instap had een waterlaag van ca. 3-5 cm. Je boot bleef er alleen op liggen als je erin ging zitten. Dit was een hogere stand dan bij onze tocht in 2019.
Vaarders: Gert, Erwin, Menno, Marlou, Bram
Instap: dorp Altier
uitstap: Net na de brug bij de monding in het stuwmeer van Villefort.
Vandaag de laatste dag voor Bram en mijzelf. Vrijdag rijden we terug.
Het reserve-water in de Ardeche raakt op, gisteren was de Lignon al laag en vandaag valt er behalve het traject Aubenas-Vogué (whyohwhy hebben de fransen al dat onkruid op de letters?) niets meer in de buurt te varen.
Wat wordt het? Relaxed spelen op de Ardeche met royaal veel tijd op het einde voor een ijsje of gaan we een stevig uur rijden naar de Altier Superieure en komen we in het donker terug? Ik weet het al, lekker soppen op de Ardèche :-)
We gaan stemmen, maar eerst wordt het 2019 verslag gelezen. Bram, Gert en Marlou zijn daarna zo enthousiast dat de stemming overbodig is. We gaan naar de Altier.
De aanrijroute is fantastisch, via les Vans, de pas over naar Villefort met uitzicht over de ardeche en daarna de Cevennen. Herfstkleuren overheersen de heuvels. Eenmaal over de pas duiken we naar beneden naar Villefort, aan het stuwmeer. Aan het begin van het stuwmeer laden we alles op en in één auto en gaan naar het bruggetje van Altier. Vanaf hier neem Marlou het over tot vlak voor het einde.
Menno (deel 1)
Hans en John zijn inmiddels vertrokken, en dat merken we. De eerste dagen genoten we namelijk van een royaal vol-pension (‘s ochtends bij het opstaan troffen we koffie en pain au chocolats aan, en ‘s avonds wachtte ons steevast een culinaire maaltijd), maar nu moeten toch zelf aan de bak.
Bij het ontbijt bespraken we wat we vandaag zouden gaan varen. Er waren twee opties: de midden-Ardèche (veel volume, veel speelplekjes) of de Altier (alpine-stijl met meer verval). Die laatste was wel een stuk verder rijden (1h15 min. vanaf Uzer), wat Menno niet zo zag zitten. Ik dacht eerst “het is allemaal wel prima”, maar zoals dat gaat bij de Batavier kun je je maar beter niet al te gedwee opstellen, anders trek je aan het kortste eind. Menno was mijn neutrale positie al aan het ompraten naar een stem voor de midden-Ardèche, maar Bram liet me nog wat foto’s zien van het Altier-verslag uit 2019 en dat zag er toch wel erg tof uit. Spelen kunnen we in de Eiffel ook dacht ik, maar voor dit soort water hebben we nú de kans. Gelukkig hanteren de opper-smurfen toch nog een soort van democratische besluitvorming, dus toen ik mijn stem uitsprak, was het besloten: het werd de Altier.
Ik ging met 4 ervaren vaarders op pad. Je zou denken dat die mannen wel weten hoe ze zo’n rivier moeten aanpakken, maar ik moest ze als jonkie bij de hand nemen en alles voor doen. Zo liet ik ze zien hoe je een passage achteruit moet varen, hoe je in de wals kunt hangen, en hoe je tussen de stenen moet eskimoteren. Helaas zijn het niet zulke enthousiaste leerlingen, want ze voeren ondanks mijn voorbeeld alleen maar nette lijnen.
Nee, zonder gekkigheid, vandaag was een pittige dag voor mij. Voor de lunch had ik al drie keer moeten rollen, waarvan één niet heel fijn was, want mijn peddel bleef achter een steen haken, wat mijn schouder niet zo leuk vond. Door al die adrenaline was ik al aardig wat energie kwijt.
Marlou krijgt ‘instructie’ van Menno
Marlou geeft 20 seconden later Gert de schuld
Gert legt uit wat hij bedoelde
Bij een strandje in de zon mocht ik even bijkomen en iets eten. Grappig genoeg was dat het strandje waar ze in 2019 ook lunchten, nét voor de moeilijkste passage (red: Deze kleine kloof passage heet "Belle au bois dormant" ), waarvan ik al had gezegd dat dat geen geschikte lunchplek was (eten is lastig met een buik vol zenuwen). Maar goed, ik hoefde niet lang te kijken om te zien: als ik ‘m vaar dan ga ik dáár om, en dan kom ik daarna dáár in de wals terecht. Omdragen dus. Gert, Bram en Menno voeren ‘m wel af. Zelfs Menno vond het even spannend.
Gert maakt het nog even spannend…
(en de first-person perspective)
Na de pauze ging het wel even, ik dacht weer wat energie te hebben, en het (technisch) varen ging aardig. Zelfs nog een lastig stukje met bomen en takken, waar je precies goed moest zitten qua lijn. Maar toen werd het verval weer wat heftiger en de zenuwen namen weer toe. Er volgde een lastige passage, met meerdere trappen, en meerdere opties qua lijnen. Bram en Erwin voeren ‘m rechts (een hele mooie chicken-lijn, hoor ik nu net van Bram). Menno nam ‘m links, maar wel zo ver mogelijk naar rechts, net naast de dikke steen in het midden. Ik zou achter Gert aan varen, maar die pakte ‘m net iets anders dan Menno, namelijk ietsje meer naar links. Bij Gert ging dat goed, maar bij mij helaas niet.. Ik zat op de stenen en kwam daarna dwars in een wals terecht, flop, om, maar ik kwam vrij snel weer boven om vervolgens te merken dat ik rechtop in de wals zat. Dus ik bleef maar even hangen met een hoge steun, **** (even vloeken), maar toen ging ik helaas weer om. Achteraf hoorde ik dat ik nét voor de volgende trap weer bovenkwam, en die achteruit afvaarde. Toen was het duidelijk: ik ben er klaar mee. Maar eruit ging nog niet, ik moest nog een stukje verder. Uiteindelijk toch aan de linkeroever een uitstap-plekje gevonden, niet al te ver van de weg. Erwin stapte ook mee uit, die had na zijn wals-ervaring gisteren ook niet meer zo lekker in zijn boot (of ja, eigenlijk Hein’s boot). Het was even sjouwen, maar het viel uiteindelijk best mee om bij de weg te komen. Aldaar lieten we de boten en natte kleren achter en probeerden we te liften naar de uitstap, wat nog zo’n 3km was. Daarbij waren we bijna schuldig aan het kwijtspelen van een Main Coon (een hele dure kat, red.) (Marlou was hier zelf redactie, red.), maar die werd gelukkig nog gevangen.
Om half 3 kwamen we min of meer gelijktijdig aan als de rest van de groep. Het bleek maar weer waar de prioriteiten deze week lagen, want hoewel de mannen nog makkelijk een extra run hadden kunnen doen, waren ze vooral druk met het zoeken naar een terras met zon én ijs. Dat kwam gelukkig goed, bij ons vaste adresje in Joyeuse, maar de serveerster zagen we toch wel even zuchten toen we weer een hele groep om ijs vroegen. We hadden haar er al van verzekerd dat we dit keer maar met z’n 5en waren, maar toen kwamen Hein en Lein als verrassing ook nog opduiken. Al met al een leuke afsluiting van een mooie dag. Vooral het “marron” (kastanje) ijs raad ik van harte aan.
Bij terugkomst genoten we toch nog van de inspanningen van de vertrokken chefs, want de restjes erwtensoep en aubergine-ballen waren ruim voldoende voor een 5-persoons maaltijd, het smaakte zelfs nog beter!
Marlou
Menno vervolgt:
Na de uitstap van Marlou en Erwin varen we nog een kilometer tot een hoge stuw bij de peilschaal van de Altier. Links omdragen, Bram vaart nog wel de eerste trap maar het laatste verval richting stuwzog laat hij ook maar zitten.
Stuw vlak voor einde, helemaal links kun je tot in 1-e poel komen
Na de stuw pakken we nog een kilometertje relaxed wildwater voordat de rivier weer steil en verblokt wordt met een S-bocht van rechts naar links door een smal kanaaltje en een grote denderpassage rechtdoor. Dan zitten we in het stuwmeer die vol ligt met stinkende zooi van het laatste hoogwater. Marlou en Erwin zijn er al.
Het was een topdag en een hele goede beslissing om de Altier te varen, "jullie hebben gelijk!"
Menno
Overige trajecten in de buurt:
Onze instap was de “lage brug” in grand altier. Een brug hoger in Altier kun je ook bij de camping instappen. Pas dan wel op bij dat lage “overspoelde” bruggetje. Deze zie je bij 10 m3 niet aankomen maar je kunt er wel dwars vastspoelen met alle risico’s van dien.
Hoger instappen kan bij wat meer water boven chateau de Champ, of heel traject ongeveer 10 km boven Altier (instappen bij een bruggetje net voorbij “villes-basses”, aan de D901). Ook dan ww III-IV met een paar plusjes en ook stuwen. Overall wel minder mooi dan het klassieke stuk vanaf Altier maar is het daar te hoog, dan kan is dit een alternatief traject zijn.
Helemaal bovenin, vanaf de brug bij Cubières. 5 km WW III - IV, met een serieus onbevaarbare kloof die je links bovenlangs omdraagt.
Onder het stuwmeer kun je vanaf de samenvloeiing met de Palhère tot de het begin van Pied de Borne 6 km schitterende WW V varen (3 omdragers). Na 3.5 km een bruggetje om er evt uit te klimmen. Verder bijna niet te verlaten. Steil en heftig, zie ook utube filmpje.
De Altier mondt uit in de Chassezac. Net zoals de Borne, de Thines, Sure en le Salindres.
De bovenlopen van de Borne zijn klasse 3-4, mooi maar best ontoegankelijk, net zoals een zijriviertje la Liche Chaude.
De chassezac heeft een stuk ww 3 net na het stuwmeer (indien die overloopt).
Le Salindres en de Sure bevatten ww 3-4 trajecten. De bovenloop van de Sure is ww 4.
Overige trajecten op de Borne, Chassezac, Thines (l’Espinas) en Valat-de-Chalondres zijn ww 4-5 en daarboven.
Er is in het stroomgebied van de Chassezac dus best veel WW 3-4 trajecten.
Centrale plaats is les Vans met voldoende onderdak mogelijkheden. Van daaruit is het zuidelijker gelegen stroomgebied van de Cèze met de zijrivieren Le Luech, l’Abeau en Ganiere goed aan te rijden (30 Minuten naar Bessèges). Ook hier diverse Klasse 3-4 trajecten.
Vanuit les Vans ben je ook binnen een half uur bij de uitstap van de midden Beaume.
Deze kwamen we nog net voor de uitstap tegen. Even bang als geïnteresseerd…
Ja, dit lijkt heel veel op de maaltijd van gisteren… Hein & Lein hadden Bataviers gekookt ;)
Vaardagen: