Alpenweek 2010, Dag 3, de beneden Vesubie
met een klein extra stukje kloof aan het begin
Lees ook de vorige dag op de midden Tinee
En het begon met ... ZON! Een koude nacht. Menno beweerde dat het om 7 uur het strak blauw was, maar toen ik opstond was het zonnig met slechts een klein beetje bewolking. Gert (de campingbaas en tevens ex-Batavier)had weer voor brood gezorgd. Er was wel enige commentaar dat er te weinig pain-chocolat waren en de eieren waren op rantsoen (we moesten drie eieren met 5 personen delen), maar verder weer een heerlijk ontbijtje. Vandaag stond de Vesubie op het programma.
De dag van te voren had Menno al verkend of er voldoende water was (Saskia en ik mochten mee omdat we toch al in de auto zaten): Het oordeel was dat er minder water stond dan vorig jaar, maar wel ruim voldoende. De scouting bleek inderdaad efficient, want ook vandaag stond er voldoende water. Vanaf de kant leek het wel dun, maar gelukkig wel helder dus we wisten al van te voren dat we de waterstand wel iets hoger konden inschatten.
We reden het standaard instappunt voorbij om te kijken of we hoger in konden stappen. Wederom stonden we met een hele stoet auto's op de parkeerplaats na de bocht.
ovenin stond er aanzienlijk minder water dan vorig jaar. De bochtstroming zag er nu niet zo vijandig uit als met de hoge waterstand van vorig jaar, maar er was geen goed instappunt.
Dus met de hele stoet een stukje verder kijken naar een stuw waar het water overheen stroomde. Saskia zag meteen dat er video bewaking was, en hoewel Menno nog even beweerde dat de frietsnijder wel bevaarbaar was besloten we om de groep te splitsen.
enno, Harry, Kees, Tom, Martijn, Sven, Hans, Bart, en ik besloten dit nieuwe stukje rivier aan het repertoire toe te voegen. De anderen gingen terug naar het standaard instappunt, auto's omrijden en zouden op ons wachten na een zware afdaling via het geitenpaadje.
Via een prima smal trappetje (je kunt bijna niet geloven dat het speciaal voor kanovaarders is aangelegd) kwamen we bij de rivier.
Er was veel verblokking, maar omdat er hier weinig water stond was het goed te doen.
Via een schitterend smal kloofje kwamen we al snel bij de centrale plus stuw. We wisten dat we hier links aan moesten houden, en gelukkig konden we goed verkennen. Er was best een dikke wals achter het verval, maar omdat iedereen voldoende snelheid had door het verval schoot iedereen hier goed voorbij. Tom had nog wel een rolletje nodig.
Harry was een van de eersten en was het volgend verval al aan het verkennen. Hij stond boven op de rots al te gebaren dat we moesten boofen over een steen in het midden van het verval. Kees had niet van boven verkend, maar voer op aanwijzing van Harry gewoon naar beneden. Nadat iedereen van boven had gekeken werd er gevaren. Harry boofde perfect over de steen, Martijn voer precies dezelfde lijn en kwam er ook schitterend af, Sven kwam teveel rechts maar had voldoende snelheid, net als Bart.
Tom kwam minder goed uit en ging om, maar met een snelle rol kon hij zich redden. Hans had ook niet de ideale route en ging kaarsrecht naar beneden richting Australie. Dank zij zijn bolle boot plopte hij er echter nog uit.
Ik mocht als laatste. Het aanvaren ging niet goed, de slagen waren niet krachtig genoeg. In plaats van midden over de steen gleed ik er links af. Daardoor viel ik naar links, en dat vond de wals wel lekker. Zodra ik beneden was hapte de wals mijn achterpunt naar binnen en stond ik rechtop mijn achterpunt.
Wat er daarna gebeurde heb ik meer van het filmpie dan van mijn gevoel, maar ik ben nog een keer gedraaid en nog een keer op mijn achterpunt in de wals terechtgekomen. Ik had nog even de illusie dat ik moest wachten, en probeerde wat met mijn peddel te roeren. Na korte tijd was het wel duidelijk dat ik echt in het lange wasprogramma terecht was gekomen.
De zuurstof begon op te raken, dus toch maar aan de lus getrokken en uit de boot geklommen. Dat betekende echter nog niet dat ik boven was, en toen ik boven mij allemaal witte bubbeltjes zag, begon ik echt te hopen dat ik nog een hap lucht zou kunnen pakken voordat het wasprogramma verder ging.
Gelukkig kwam ik inderdaad boven en kreeg ik mijn hap lucht. Ik was zelfs uit de wals, maar als beloning zat ik nu in de stroming recht op de rotswand. Toen ik daar tegen aankwam begonnen er ook allemaal smerkels aan mijn benen te trekken.
Ik had echt geen zin om beneden te kijken of er onderspoelingen waren, dus handje voor handje probeerde ik mij eruit te worstelen. Kees kwam helpen, zijn punt kwam heel dicht bij mij. Maar ik zag direct dat er geen enkel volume in die punt zat en ik vond het niet echt verstandig om die punt nu helemaal onder te duwen.
Kees had het inderdaad al moeilijk genoeg om zelf weer bij de rotsen vandaan te komen. Ook Sven deed een poging, maar ook hij had moeite genoeg om zelf weer weg te komen. Gelukkig lukt het me om voorbij de rotspunt te komen, en daar kon ik de punt van Bart pakken, die voor het eerste deel van de tocht in de Salto van Dennis zat. Daar zat gelukkig wel voldoende volume in om me mee te nemen.
Even later besloot mijn boot ook dat het wasprogramma voldoende lang had geduurd. Mijn peddel heeft het extra lange programma gedaan. Het duurde daarna nog wel enige tijd voordat ik weer voldoende hersteld was van de inspanningen.
De kloof van de Vesubie is natuurlijk schitterend, lang, mooie vervallen, indrukwekkende wanden. Ik heb de verdere tocht met minimale inspanningen afgemaakt, ik was blij dat we op het eindpunt waren. Helaas eindigde de dag ook met...... regen.
Paul
Lees ook de volgende dag op de beneden Tinee