Nu met film (klik hier voor de film).
Nadat mijn vorige Alpenweek op donderdag wat onfortuinlijk gelopen was had ik al voor vertrek besloten dat ik dit jaar een rustdag in zou lassen. Heel fijn dat ik niet de enige was die een dagje wilde wandelen. Jorn, Teddel en Dènis vonden dat ook een goed plan. Bart had een kaart mee, maar nadat Teddel en Jorn bij de campingbaas waren geweest kwamen ze terug met een gloednieuwe kaart en een plan. Om niet de kans te lopen om te stranden door sneeu op het pad gingen we een stuk omhoog vanaf het dorpje Soca op de zuidhelling.
Al snel werd duidelijk dat Jorn en Teddel er een ander tempo op nahielden dan Dènis en ik, maar ze bleven vaak genoeg op ons wachten zodat we er wel echt met z'n vieren op uit waren. Bij Lemovje stonden een paar huisjes die zo te zien langzaamaan opgeknapt werden. Waarschijnlijk hebben wat boeren daar vroeger een eenzaam bestaan gehad. De onderzoeksdrang van die drie mannen was groot en ze openden dan ook alle deuren die niet op slot waren en wilden van alles begrijpen wat het was, net kleine kinderen. Ik vond het vooral een fantastische plek voor een huis met een prachtig uitzicht. Bij het tweede huisje bleek echter iemand thuis te zijn. Een man met een jagerspet en een behoorlijke telescoop zei gedag en toen was het wel afgelopen met het rondneuzen ;).
We kwamen langs een heel mooi berkenbos, alle onderste delen van de stammen waren erg grillig, met soms hele kabouterhuisjes eronder en dan allemaal hele verse voorjaarsbladeren bovenin. Heerlijk. Zeker om daar met Dènis te lopen die erg veel planten kent en er enthousiast over kan vertellen.
Teddel bleek een groter klauteraar te zijn en kon geen weerstand bieden aan wat omgevallen bomen. Hij moest en zou naar het puntje klimmen.
Toen Jorn een keer wat vooruit was hielden Teddel en Dènis een fotosessie met de camping als achtergrond. Ik durfde op dat punt echt het pad niet af, toch een beetje hoogtevrees??? In ieder geval lukte het Dènis met zijn camera om zelfs zijn auto met boot op het dak die op de camping stond in beeld te krijgen. Die details waren met het blote oog al lang niet meer te zien.
Een hagedisje bleek ook een mooi object te zijn om te fotograferen. Ik denk dat er minstens 30 foto's van genomen zijn.
En zo kwamen we bij Nad Soco. Zo te zien een hut van de lokale bergsport vereniging waar je kan overnachten als je de sleutel hebt. Het zoldertje bleek wel open te zijn evenals de wc. Teddel had zo'n wc duidelijk nooit gezien, want hij kon zelfs de deur van het hokje niet vinden. In zo'n hokje met uitzicht over het hele dal is het echt geen straf om een tijdje door te brengen.
Tijd voor de terugweg. Dat ging ongeveer drie keer zo snel als de heenweg. Minder last van de warmte, foto's waren genomen en alles was al onderzocht. Het enige wat Teddel en Jorn nog konden bedenken was om Dènis en mij de verkeerde kant op te laten lopen of te laten schrikken. Helaas voor hun hadden wij ook onthouden waar we vandaan kwamen en waren ze toch geen beroepsmilitairen, dus de verstopplekken hadden we ook al gevonden voordat zij het schrikeffect teweeg konden brengen.
Heerlijk zo'n wandeling. Daarna wil je wel lekker aanschuiven bij een maaltijd op de camping, maar de Sloveense winkels hadden anders besloten. Die waren 's middags dicht en daarom gingen we uit eten.
Alpinfahigkeit wordt getest
Wat is er dan leuker dan een lekker stuk de heuvel op te lopen naar een restaurant. Liefst via een klein wandelpad zodat Harry z'n wandellust op slippertjes getest kon worden. (Het eten was heerlijk).
After hours
En dan natuurlijk de dag erna nog een lekkere afdaling naar Kobarid. Toen wilde de spierpijn in mijn bovenbenen wel komen tijdens deze peddelweek.
Anke
Oh ja, er werd ook nog gevaren die dag. De grote onruststoker had een plan voor de Sava Bohinsjk die van het meer van Bohinsjk naar het meer van Bled loopt. Niet moelijk maar wel lang, mooi en, belangrijk, nieuw voor de Batavier.In zijn onrustige hoofd was het slechts 1.5 uur rijden wat voor een Batavier met erstbefahrungsdwang acceptabel is. Toen er echter eerst nog een paar auto's in Bovec moesten tanken, de TomTom er twee uur resiafstand van maakte en de zon steeds feller begon te branden, werd toch maar besloten voor een lokale beek. 4 uur in de auto op een bloedmooie dag is ook voor een Batavier wat te gek.
De tankers worden halverwege opgevangen en op naar de Koritnica.
Nu vaart bijna iedereen het kloofje, het wordt zelfs niet meer verkend
Hoeveel Batavieren passen er in het keerwater
Rien met controle
Zwaar werk dat kanoen