Rietland on the rocks
Het is zaterdagochtend zeven uur, vanuit bed uitzicht op twee hectare wit berijpt gras. Opstaan om vandaag 1 maart 2002 te kanon. Niet op de Dinkel want daar stroomt teveel water. De Wieden dus, vlak water varen op de grens van winter en voorjaar. Wat bezielt zeven Batavieren? Is dit is de te vroege opening van het vlakwater seizoen of een voorproef op meer vaarplezier?
Om 9.15 uur vertrekken Edith, Ella, Karin, Veronique, Hidde, Frank en Joost onder een strak blauwe lucht naar Belt-Schutsloot. Een uur en driekwartier rijdend ontbijt met gevarieerd brood, hete koffie, batavierenroddel en ander smakelijk gepraat. De stemming zit er goed in. Van achter het autoglas ziet de wereld er stralend zonnig uit. De voorspelling is veel zon met een maximumtemperatuur van zeven graden, later vanuit het noorden meer bewolking. In Belt-Schutsloot blijkt de camping nog gesloten, dus vanaf de parkeerplaats te water. Eindelijk kan ik mijn nieuwe neopreen pak uitproberen. Speciaal voor het roemruchte wildwater-Canadezen-weekend aangeschaft, maar die trip viel in het te wilde water. Dus beleven pak en handschoenen hun premire. In recordtijd zit iedereen gepakt en gezakt in de kano. Lekker die zon, geen haast relaxed varen we de rietlanden in. Daar wordt hard gewerkt. Het is droog weer dus wordt er volop riet gemaaid. Een natuurproduct dat bij droog weer geoogst moet worden, omdat anders de stengels rotten. Met een speciale een-assige tractor wordt in een werkgang het riet gemaaid en in schoven gebost. Per hectare worden 70 - 100 bossen geoogst, afhankelijk van de kwaliteit van het rietland. De gangbare handelsmaat van een bos heeft een omtrek van 55 centimeter. Na de eerste werkgang wordt elke bos geschoond van blad door de onderkant van de bos op de wiersen te kammen. Het vrijkomend blad komt op een hoop terecht en wordt verbrand. Gekamde schoven worden langs het water gestapeld en met een platbodemschuit getransporteerd. Tijdens het kanon genoten we van alle verschillende werkhandelingen. Dat begon gelijk met het aansprekendste werk. Op het eerste rietland stond de maaier werkeloos in het veld. De machinist stond aan het water lekker te kletsen met een schipper die zn boot aangemeerd had. Plezier in je werk, dat creer je zelf!
Gebiedende wijs, rrrrrr.
Veronique als onvolprezen cordinatrice wijst ons met overtuiging de vaarweg en dat wil ze weten: hier hebben jullie nog nooit gevaren h! Nogal wiedes, want dit trekgat loopt dood. Maar bij het keren blijkt het niet voor niets, ijs langs de kant. Bevroren ijsranden langs de walkant: rietland on the rocks. Heerlijk die handschoenen, want het windje houdt met de zon de temperatuur in evenwicht. Die stralende zonneschijn geeft het nog staande riet een goudgele kleur, met de wuivende witte pluimen is de associatie met blondschuimend bier snel gemaakt. Wat drijft daar in het bier? Een Batavier geplaagd door een uitermate dorstig gevoel, droge keel enzo. Terwijl het vrijdagavond toch maar een tripeltje was. Varend door het dorp zien veel tweede huizen er spookachtig onbewoond uit. Buiten het seizoen weinig leven hier, zelfs de kroeg en kerk zijn gesloten. Gelukkig is er dan een wiebelend groen grasland in de zon. Tijdens het uitstappen valt Karins camera in het water, helaas. Eerste hulp bij ongelukken: uitschudden, droogwrijven en proberen, de resultaten zijn nog onbekend. Verder biedt de lunch soep, brood en ander lekkers om te genieten. Lekker lui in de zon natafelen en gezellig kletsen, das nou typisch Bataviers.
Schilderachtig
Opnieuw in de kano, peddelen we onszelf weer lekker op temperatuur. Na de pauze wisselt het landschap. Het moeras bos en de wuivende pluimen maken plaats voor strak gemaaide rietvelden en breder water. Tot op de waterlijn wordt jaarlijks 1200 hectare riet gemaaid, gebost en gekamd. Door het maaien krijgt het landschap een aanzienlijk verruimd blikveld. Veenland en water strekken zich uit onder weidse luchten zoals ik die ken van oude schilderijen. Het kleurenpalet schakeert van waterdonker naar rietgeel, azuurblauw, een gouden zon en imposant witte wolken. Een panorama dat associaties oproept met de stomme van Kampen, een jeugdroman waarin Thea Beckman verhaalt over het leven van de schilder Hendrick Averkamp. Hij werd vooral bekend door zijn schilderijen van winters ijspret. In zijn tijd bestond dit landschap ook. Alleen dan zonder wanordelijk gestalde stacaravans en motorboten als uitwassen van de toeristenindustrie. Door de kaalte valt het wit schitterende kunststof en aluminium des te meer op. Net als de vele watermolentjes, die gebruikt worden om in het voorjaar de rietvelden te irrigeren want riet groeit het best met kletsnatte voeten.
Rrrechtsaf, dan varen we door een trekgat wat een bijzonder schouwspel biedt; gemaaid rietland, mannensilhouetten in donkerblauwe overalls steken af tegen metershoge, door de wind aangewakkerde, oranje vlammen en witgrijze rookpluimen. Prachtig grafisch filmbeeld. Helaas wegens de tewaterlating van de camera geen foto. Om dit te zien vaar je een volgende keer gewoon mee. Tegen vieren zijn we bijna terug bij het uitgangspunt. De maaier staat nog steeds langs de waterkant te kletsen. Omdat ik even eerder de gestapelde schoven telde om in te schatten hoeveel bossen er van een bunder geoogst werden besloot ik ook aan te leggen. Nadat ik plechtig verzekerd had dat ik niet van de belasting was waren ze niet te beroerd om vragen van een nieuwsgierige Batavier te beantwoorden. Bijna al het riet gaat naar rietdekkers, de minder kwaliteit wordt gebruikt voor tuinschermen en decoratiematerialen.
Na gedane arbeid...
Het is dan half vijf, in recordtijd zijn wijzelf omgekleed, aanhanger en autos ingepakt en is het tijd voor de after-kano. Te voet naar De Waterlelie. Die blijkt gelukkig wel open ook al verdrievoudigd het aantal klanten door onze komst. De die-hards hebben het verdiend, met deze vroege seizoensopening maken de Batavieren van het kanon een lekker gezellig jaarrond gebeuren. Omdat ik nog moet rijden sluit ik passend af met ijsthee, gezondheid.
Joost van Dijk