Een zondags peddeltochtje door de Gelderse Vallei.
Het was nog mistig toen we zondagochtend 7 april vanaf het clubhuis vertrokken om te gaan varen door de Gelderse Vallei, maar gelukkig brak de zon door toen we aankwamen op ons startpunt aan de Cuneraweg in Rhenen. We konden de boten afladen op het terrein van een zorginstelling en daar stond ook een huifkar die door de dames benut werd als kleedkamer. De auto’s werden naar het eindpunt gebracht en even later gingen we te water onder het toeziend oog van een ooievaar op haar nest en nagezwaaid door Marit en Koen, de kinderen van Matthea en Remmelt.
Zo vertrokken we om de Bisschop Davidsgrift te bevaren naar Veenendaal. Matthea, Simone en Jan in een zeekano, Stefan in een wild water boot en Paula en ik in onze canadees. Deze route was voor ons allemaal onbekend en we lieten ons verrassen.
De Bisschop Davidsgrift (ook wel Grift of Grebbe) is een historisch kanaal in de Gelderse Vallei in de Nederlandse provincie Utrecht. De Grift is gegraven in 1473-1481 onder leiding van Bisschop David van Bourgondië. Doel was de ontginning (turfwinning) van de veengebieden ten noorden van Rhenen, de zogeheten Rhenense of Stichtse venen. Voor het zuidelijke gedeelte werd gebruik gemaakt van het riviertje de Kromme Eem, maar dat is er nu niet meer aan af te zien. We voeren duidelijk over een gegraven en gekanaliseerde vaart met aan beide kanten weilanden.
Het riet langs de kanten zag er nog winters uit, maar het zonnetje scheen behaaglijk en hier en daar zagen we al de eerste voorjaarsbloemen zoals Sneeuwklokjes, Speenkruid en Madeliefjes in het gras. Voor Paula en mij was het de eerste tocht van het jaar en voor de meer doorgewinterde kanoers de eerste tocht zonder muts en handschoenen.
Er waren meer mensen die deze mooie zondag benutten om de lente te proeven en vanaf het fietspad werden we veelvuldig begroet door wandelaars, fietsers en scootmobielers. In de tocht zaten twee punten waar we de boten moesten omdragen en daar maakten we zelf ook gebruik van het fietspad. Voor de andere weggebruikers moet het een apart gezicht zijn geweest om ons in onze neopreenpakken en zwemvesten met boten te zien sjouwen.
Maar omdragingen kunnen ook hun voordeel hebben. Zo vond Matthea er een plastic kruiwagen die we meenamen voor Koen. Later visten we ook nog een bal op, maar die doneerden we wat verderop aan twee meisjes.
Onze tocht ging verder tussen de weilanden door met afwisselend riet, knotwilgen en elzen langs de kant en we zagen behalve meerkoeten en eenden ook buizerds, grutto’s en heel veel zwanen waaronder zelfs een zwarte. Op het land viel in de verte zelf een ree en een haas te spotten.
Tegen het einde van de tocht nam de bebouwing geleidelijk toe. Eerst voeren we door een stuk Veenendaal dat veel van Giethoorn weg had en later door een nieuwbouwwijk met grote en dure huizen aan het water. Dat viel wat tegen want volgens de kaart zou hier het natuurgebied de Blauwe Hel moeten zijn. Eigenlijk hadden we daar willen pauzeren, maar we moesten genoegen nemen met een plekje bij wat volkstuinen.
Tenslotte voeren we nog een stuk door Veenendaal centrum om tenslotte aan te komen bij het eindpunt aan de sportlaan. Na het opladen van de boten dronken we daar nog een kop koffie bij Sportcafe De Duck.
Iedereen was het er over eens dat het een geslaagde lentetocht was over een onbekende vaart vlakbij huis. Eentje waarop ook nog variatie mogelijk is door hem in een ander seizoen en/of de andere kant op nog eens te varen.
foto’s: Jan
tekst: Jack