Tessin juni 2008, de Moesa
We zijn op weg naar de volgende editie van de minialpenweek. Doel van de reis is het gebied rond Tessin, in het Zwitsers-Italiaanse grensgebied. Rond half 2 prakken we de autos aan de kant bij een meer, een geschikt plekje om de werptentjes te instaleren.
Als we nog even kijken, krijgen we een schijnwerper op ons gericht. Politie! We mogen hier niet slapen, we gaan direct in het tegen offensief, "haben sie ein alternatief" vraagt Menno aan de vrouwelijke agente, wat hoger bij het postiljon-hotel, daar kan het wel.
We rijden wat omhoog en vinden een plekje, bijna in iemands achtertuin, onder een meiboom.
We slapen een paar uurtjes en breken dan ons kampje weer op en rijden verder. Al snel staan we in Lumino een dorpje aan de Moesa. Daar drinken we koffie en kopen lekkere broodjes. Daarna gaan we op zoek naar een geschikte plek om in te stappen. Een dikke passage gromt naar ons en op dag 1 willen we daar nou liever niet gelijk mee beginnen, zonder in te varen.
ca 300 meter lang WW IV met misschien een klein vijfje, bij deze waterstand
Dus stappen we hieronder in. Eerst gaan we allemaal met een rolletje wc-papier een lekker plekje zoeken in het bos.
Verschrikkelijk creatief "achtung wasserschwall" bord
Als ik eenmaal lekker zit, en wat dromerig om me heen kijk, kijk ik recht in het lachende gezicht van een wandelaar. Ik moet ook lachen, mompel iets van ‘sorry hoor”. De man loopt lachend verder.
In de tussentijd doen Rick en Menno nog een tripje terug naar Lumino omdat Rick zijn rugzak met alles wat je in Zwitserland nodig hebt (paspoort, geld en creditkaart) achtergelaten heeft op het terras in Lumino. Mazzel, de serveerster heeft de tas al veiliggesteld en meteen opgeluchte grijns op zijn bakkes komt Rick weer terug.
Dan kleden we ons om en gaan het water op. Ik slaap nog half, en vraag me af of ’t me wel goed af zou gaan allemaal vandaag. Ik zit beroerd in me boot, voel me niet lekker en ben dus doodmoe. M’n Burn heeft de afgelopen tijd genoeg water gezien, alleen niet met mij erin. We vertrekken pal boven een stuw (500 meter na bruggetje Sorte).
Helemaal links zit een route die goed te doen is. Ik vertrek en na een klein randje dendert het water op natuurlijke wijze verder. Gelijk gaat t aardig snel en technisch, en een aardige druk op het water. Sjit! Dit gaat helemaal niet lekker.
Nou ja, we zien t wel. Ik vaar eerst wel ff achter Menno aan. Het begin is best pittig, maar dit soort water heb ik al eerder gevaren. Toch bij elke passage ben ik blij dat ik er door kom zonder ellende. Dan dient de volgende zware passage zich aan, die we eerst maar s gaan verkennen.
Brrrrr, nix voor mij, zeker niet vandaag. Als ik ’t aan Menno vraag zegt hij ‘m ook niet te gaan varen. Duidelijk, dan ik zeker niet. We dragen de boten om, best lastig over wat verblokking. Onder de passage zit nog wel een hele dikke wals, met een dikke steen in het onderwater.
Helemaal links zit een chickenrun, een dropje. Maar dan moet je wel het keerwater erboven halen. Menno gaat en ik zie hem onder het dropje. Dan ga ik. Met een paar harde slagen ram ik mn burn het keerwater in. De overgang hoofdstroom-keerwater is echter listig, en gooit me om. KU…!!! Ik voel dat ik per direct doorgespoeld wordt, richting wals. Snel rol ik overeind en kijk waar ik ben. Oeps! Dit gaat hard! Even volle kracht achteruit, dan draaien en als een gek aan de peddel trekken helpt me alsnog het keerwater in.
Menno ligt te grijnzen, die zag t allemaal gebeuren en lag al klaar met de camera om m’n trashing in de wals vast te leggen.
Ik neem het dropje en zit velig in het keerwater eronder. Nou, nou, nou, dit gaat lekker zo, zeg! We gaan verder, vanaf hier wordt het alleen nog maar ww 4.
Voor mij begint het hier pas weer leuk te worden.
Hier kan ik tenminste wat mee. Mooie verblokte passages, zonder dat er echt linke dingen inzitten.
Hoe verder we varen, hoe minder heftig het wordt. Tijd om wat te spelen.
Rick en Menno besluiten haasje over te doen met een serie keerwaters langs de kant. Menno haalt horizontaal en vertikaal echter door elkaar en in plaats van om Rick heen te varen gaat hij er vol onderdoor. Want Rick vaart net uit en Menno, eigenwijs als hij is, denkt, dan vaar ik in. Hij prikt de punt vol onder de Mag van Rick en zo suizen ze getwee richting de kant. De Mag wordt bruut gestopt door een rotswand. Logischerwijs zegt de voorpunt ook HO maar daar zit Menno zijn borstkas…. Beng-om dus. Vol ten onder, onder Rick zijn boot door. Na twee rolletjes is hij weer bij de les. Dacht hij….
Even later zie ik hem vanuit een keerwater pogen onder mijn burn door te duiken, de timing is niet jedat en hij mist m’n onderkant, dan maar aan de voorpunt hangen, moet hij gedacht hebben. Dat kan ik niet hebben, zo’n kadaver aan mijn boot…! Ik probeer nog snel weg te varen, maar Menno houdt zich goed vast. Dan besluit de grote onruststoker om toch maar m’n boot los te laten, en gaat nu wel fatsoenlijk ondersteboven. Helaas komt hij ook deze keer weer boven.
Menno en Erik surfen zich suf, mij lukt het surfen met de burn niet, telkens wordt ik de golf uitgegooid. Ook Rick surft beroerd, wij zijn toch teveel aan de speelbootjes gewend.
We komen dan bij een mooie diepe golf, over de hele breedte van de rivier. Rick en ik beseffen te laat dat dit een superspot is en laten ons doorspoelen. Menno en Erik gaan echter helemaal los, en pakken surf na surf. Later vertellen ze ons de golf “Hawaï sur Moesa” te hebben gedoopt. (Al was het laagje water wat door de golf ging max. 20 cm diep, geen plek om om te gaan dus).
Wij (Rick en ik) wachten geduldig tot de heren eindelijk de golf verlaten. Dat duurt wel ff. Dan komen de surfers eindelijk aangevaren en gaan we door. De rivier wordt steeds makkelijker, en tegen het eind zit er nog maar weinig in.
Op een plekje komen er twee stromen bij elkaar en ontstaat er een mooie zwam (paddestoel). Heerlijk om volle bak overheen te klappen, de boot danst er doorheen. Vlak voor het eind zie ik een mooie zuigende wals. Leuk om in te hangen denk ik, en vaar m’n Burn er in het midden in. Gelijk zit ik moervast, zijwaarts in de wals. Hehehe, dit was niet helemaal de bedoeling. Rick kijkt me lachend aan, wat doet die dwaas nou? Ik laat me niet kennen en knok vrolijk verder met de wals. Ik wordt ge-auto-loopt, rol overeind, en zit nog even vast als voorheen in de wals. Weer probeer ik eruit te varen en wordt dan op mn achterpunt gezet. Ik spoel iets door, net genoeg om uit de wals te kunnen varen. Oef!! Dat was net iets lastiger als dat ik had ingeschat. Dan komt het eindpunt in zicht.
Mist op de Moesa
Wat minder creatief "achtung wasserschwall" bord
Na het omkleden rijden we richting de Maggia, alwaar we een camping (piccolo Paradiso in Avegno) pakken.
Het regent pijpestelen dus we duiken eerst maar eens de kroeg op de camping in. Na en "halbliterje"of wat gaan we toch maar eerst even de tentjes werpen om daarna lekker aan de Foccacia en de schnitzel te gaan.
Het regent nog steeds pijpestelen en dit zal de hele nacht doorgaan…..
Harry
Rivierinformatie Moesa
Traject: Sorte - Cama - Lumino, 12 km WW V-IV (eerste 2.5 km), daarna III-II afbouwend naar het einde
Peilschaal: Lumino, 50 kuub = Midden water
Direct vanaf de brug bij Sort begint het moelijke stuk. Vanaf brug is eerste moelijke IV-V passage zichtbaar. Middelste doorganglevert pin-gevaar op (dodelijk ongeluk geweest). Circa 500 meter veel verval met gemiddelde verblokking, veel walzen maar goed van keerwater tot keerwater te varen. Alleen niet iets om in op te warmen. Daarvoor moet je dus eigenlijk een paar kilomter hoger starten.
Trajcet eindigt met een stevige IV+. Alles is goed te verkennen vanaf de kant. Auto kun je rechtsaf via asfaltweg na de brug omrijden tot aan de stuw. Het water wordt rechts afgeleid, midden is het onderwater fors verblok, pin-risico dus, en links kun je via chickenrun de boel omvaren, bij deze gemiddelde waterstand .
Vanaf hier een paar honderd meter lekker invaren tussen grote blokken. Alles goed te overzien. Dan wordt het weer fors moelijker met een verblokte passage met aansluitend een hele vette wals met een blok onderin het water. WW IV+ bij deze waterstand. Het eerste deel is links over de rotsblokken redelijk moeizaam te omdragen. De wals is via chickenrun links te omvaren.
wals lijkt ook wel te doen, maar door het rotsblok toch wel gevaarlijk.
Vanaf hier is alles nog WW IV en daaronder. Alles is op zicht te varen. Een 100 meter lange dender passage na een brug gaat ook net op zicht maar vraagt wel redelijk wat concentratie.
Een verblokking over de hele breedte is rechts met haakse bocht voor groot rotsblok langs te varen, maar vraagt dan wel scherp aansnijden van de bocht nar links om niet voor het blok te komen. Makkelijker blijkt achteraf de doorgang helemaal links te zijn die toch vrij is.
De rivier is tot Cama nog WW IV-III. Na Cama is er geen WW IV meer te zien en zou je ook kunnen stoppen en het stuk nog een keer kunnen varen of naar de Calancasca kunnen gaan (WW V-IV).
De volgende 10 km tot de brug voor Lumino (richting het motel) is leuk WW III-II met een paar super surfspots.
Het bovenstuk mag lager water hebben (denk tot 30 kuub) maar voor het benedenstuk is dat niet zo leuk meer.
Let wel, de peilschaal is een stuk onder de monding van de Calancasca, dus bovenin staat er meestal aanmerkelijk minder.
Menno