Vorderrhein juni 2005

Vrijdag 24 juni 2005. Paul en ik zitten lekker aan de huisfrituur te carboloaden voor het komende wildwateravontuur: Vrijdagavond tot Basel, zaterdagochtend door naar de Vorderrhein, 'savonds door naar de Inn, zondag de Giarsunschlucht en eventueel wat extra's en maandagochtend de Landquart om dan, liefst voor 12 uur, weer in Nijmegen terug te zijn. Enige Carboloading kan dan geen kwaad.

Het waarom van deze escapade? Gewoon, omdat Eric sinds de zomer 2004 niet meer in een wildwaterboot heeft gezeten, nou ja, twee keer eigenlijk en beide keren bij Arend Bloem, hetgeen ook beide keren resulteerde in een Euro-PE-uitwisseling. Arend blij enEric een Dagger Kingpin (maximodel) en een Inazone 242 rijker.

Die boten liggen dus al enige tijd te stoffen en dat is voor mij weer een goed excuus om een paar dagen het wilde water op te kunnen. Eric moet, bij afwezigheid van Arne, toch goed begeleid worden (-;)

Zo gezegd, zo gedaan en rond zessen zit ook Eric aan de vette hap en zijn we even later op weg met 3 boten en een mountainbike voor het omrijden. De Passat van Eric heeft er zin in en rond twaalf uur duiken we het Etap hotel in Basel in. De volgende morgen zijn we vroeg weer weg, eten wat onderweg en komen rond 9.30 uur aan in Reichenau.

Vandaag geen omrijden met mountainbike maar gewoon de auto bij het station afladen; kaartjes voor mens en boot halen; omkleden; auto bij het raftuitstappunt aan de rivier zetten en met de boot op de nek naar het perron.

Om 10.10 uur gaat de trein en rond 10 uur wordt het al druk. Een paar andere kanovaarders en een stuk of 4 grote rafts van de kanoschool in Versam verzamelen zich (nog ingepakt, dat wel) op het perron.

Het gebruik van de trein door de watersporters is hier gemeengoed. Er kijkt ook helemaal niemand van op. Iedereen help elkaar de pakken en boten in het bagageruim te stouwen en even later zijn we op weg naar ons instappunt bij Ilanz.

Op het perron zijn we een oude bekende, Kees van Kuipers, tegen gekomen, Kees geeft de komende maanden les bij de kanoschool Versam en woont deze zomer in een dorpje nabij Ilanz.

Tijdens de rit praten we bij, er zijn nog zat mooie bovenloopjes te doen in deze omgeving. Dat zal er dit weekeinde echter niet van komen. Na een tijdje moet Kees zijn aandacht weer naar de cursisten verleggen en wij genieten van het uitzicht in het dal van de Vorderrhein.

Op het station van Ilanz aangekomen pakken Paul en ik een terrasje in de zon terwijl Eric zijn zitje wat naar achteren trimt. Is zo'n 242 dan toch korter dan dan mijn oude 240? Het lijkt wel alsof ik minder ruimte heb. Kunnen die dijsteunen er niet uit...

Dan zijn we op weg. We hebben 20 kilometer voor de boeg op de Vorderrhein met als landschappelijk hoogtepunt de Flimser schlucht. Wildwatertechnisch niets om je ongerust over te maken, WW II met een paar passage III, maar wel allemaal op een grote ruime rivier met veel water. Dus overzichtelijk wildwater met flink wat druk erop. Ideaal om warm te varen als je al een tijdje geen wiebelwater onder je komt hebt gehad.

Er zijn maar 2 passages waar je even wat moet kijken, een keienhelling bij de grintgroeve waar vroeger een schitterende rodeogolf zat en het notoire "schwarzes loch".

Paul op de keienhelling bij de grintgroeve. Dat valt allemaal dus wel mee. Van bovenaf is het wat onoverzichtelijk en lijken er wat takken in de aanvaart te zitten maar de passage is groot en de wals onderin alleen maar leuk om doorheen te varen.

We spelen flink in de golven en pakken alle keerwaters die er te vinden zijn. Er staat redelijk wat water (het is dan ook knap troebel van eerdere regenbuien) op de Vorderrhein en we amuseren ons kostelijk. Het is warm en we zitten op woldwater, wat wil een mens nog meer?

Mmmmm, een ruimere boot misschien. Eric moet toch echt om het half uur een 5 minuten de boot uit om zijn benen weer tot leven te laten komen. Die Inazone 242 is toch echt veel krapper dan een 240...

Dan zijn we in de buurt van het beroemd/beruchte "schwarzes loch" een diep uitgespolede kolk links in de wand waar de hoofdstroom vol in staat te drukken.

Tenminste, das war einmal. De hoofdstroom stroomt nu hoofdzakelijk rechts, in het midden van de rivier ligt een metershoog grinteiland en de 20 % rijn die nog langs het gat stroomt is de moeite niet echt meer waard. De hoofdstroom vormt echter wel een interessante denderpassage klasse III. Leuk om te doen, maar veel te snel voorbij.

Dan slaat het weer om en worden we langdurig door een onweersbui achtervolgd. We geven gas en weten bijna droog het eindpunt te bereiken waar we alsnog, tijdens het omkleden, overvallen worden door de regen.

Moe maar voldaan duiken we de auto in, op naar de Albulapas om daar door te steken naar het dal van de Inn, de Giarsun kloof wacht...

Menno