Landquart
Wij hebben het stuk Kublis - Schiers gevaren.
Algemene gradatie: volcontinu WW III met een aantal stevigere stukken WW IV. Daarbij hebben we de nauwe passage bij Fediris Station (WW IV) en het Fuchsloch (WW IV-V) omgedragen. Bij hogere waterstand (duidelijk hoger dan op eerste foto hieronder die direct onder het instappunt is genomen) wordt deze rivier continu WW IV met flink stukken WW V of meer. Daar ben ik van overtuigd.
In Kblis is via de bordjes de route naar de centrale eenvoudig te vinden, bijna direct in het dorp links af en dan doorrijden tot aan de brug over de rivier. Bij het peilschaal huisje van de centrale ben ik nog maar eens gaan kijken maar kon er geen waterstand aflezen. Dat moet ergens daar kunnen.
Op basis van het weer, weinig zon en de ervaringen van Peter die er de jaren daarvoor veel meer water had gezien, denk ik dat de waterstand laag te noemen is.
Tijdens het auto's wegbrengen bekijken we nog even snel het "fuchsloch" bij het uitstappunt, een kloofachtig leistenen kanaal met een forse verblokking in het begin en een paar walzen in het midden waarna het water zicht in een bocht naar rechts tegen de linker wand aan drukt, de wand in onderspoeld. Bij deze waterstand schat ik de moeilijkheidsgraad in op net iets meer dan WW IV maar nog geen WW V. We, Peter en ik dan, hebben in ons hoofd dat we, als we aan het einde nog lekker in onze boot zitten, dit gewoon gaan varen. Maar ja, dat is voordat je in bent gestapt en dan ben je nog dapper...
Al met al ziet de Landquart er niet echt moeilijk uit, enige andere moeilijke stuk is de nauwe doorgang bij het station Federis (zie verder).
Eenmaal ingestapt blijkt de Landquart toch heel wat steviger dan verwacht. Ziet het er van bovenaf redlijk rustig, helder, ondiep en vriendelijk uit, eenmaal ingestap denderen de passages met meer vermogen dan verwacht onder onze boten door. Dit is een gave sloot, heel anders dan de kloven van de Inn. Peter omschrijft het als "een beetje zoals de Gyr in Frankrijk, maar dan met keerwaters". En inderdaad, het tempo van de Landquart is veel hoger dan je vanaf de weg denkt. Golven en walzen zijn er plenty en bij deze waterstand stevig maar niet gevaarlijk. Dat wordt bij hoger water duidelijk anders!
Op diverse plekken kan er lekker gespeeld worden, het zonnetje laat zich geregeld zien en wij hebben het kostelijk naar onze zin.
Na 4 kilometer beginnen we aan het kloofje bij station Federis. Ongeveer 500 meter lang, grillig uitgevreten in leisteen. In het kloofje diverse tollende keerwaters, surfgolven en walzen. Aan het einde zit de moeilijkste passage een smalle doorgang van 1 tot 1.5 meter tussen loodrechte wanden met een flinke stopper ervoor.
Daar wacht ook onze lunchploeg op ons. Voor de moeilijkste passage stappen we uit.
Vooraf hebben we de smalle doorgang reeds bekeken en besloten dat deze niet heel gevaarlijk is bij deze waterstand maar de kans dat je, je materiaal, knokkels, schouder of hoofd butst in de smalle doorgang doordat je door de wals achterover wordt getrokken, toch nog te groot is, dat is het niet waard. Omdragen dus.
Maar eerst eten. De lunchploeg heeft het terras van de stube tegenover het station ingenomen en even later zitten we met ons kloffie en al op het terras aan de koffie en chocolade.
Na de pauze dendert de rivier vrolijk verder, we passeren een stevig verblokte passage , dat moet vroeger een stuw geweest zijn. De Landquart staat bekent om zijn grote aantal stuwen van gestapelde rotsblokken die met zware staalkabels aan elkaar worden bevestigd. Levensgevaarlijk, als je onder zo'n kabel schiet is een dodelijk ongeluk nabij (zoals de praktijk in het verleden heeft uitgewezen). Deze stuwen zijn op ons traject allemaal verwijderd. Op sommige plekken zie je de restanten van staalkabels en de blokken in de rivier nog wel.
Vlak voor het einde komen we bij de tweede moeilijke passage, een duidelijk vernauwing in de rivier met eerst een bocht met wals naar rechts, dan links van een groot blok blijven, een volgend verval af en even later de laatste wals door.
Ik weet dat de S-bocht moet komen, zie hem komen, schat het geheel snel in vanuit de boot en duik eraf. Hap zegt de eerste wals, bootje vol op z'n staart maar nog wel onder controle, net weer horizontaal met iets te weinig snelheid door de tweede wals, deze begint aan de achterkant van mijn boot te zuigen en trekt de boot naar links richting de rotswand. Ik moet toch even vol in de peddel om eruit los te komen. Even later hop ik de laatste wals af. Hier ga ik maar eens even foto's maken, snel mijn boot uit, camera klaar , kom maar op...
Peter duikt het eerste verval af wordt naar rechts gezet en zit even later tegen het overhangende blok aan, daar valt niets tegen te steunen en onderste boven spoelt hij door. De volgende wals loept het hele zooitje nog even vrolijk achterover en even later komt Peter bij zijn tweede rol weer proestend boven, gelukkig maar want ik sta met mijn camera op de kant en alle andere vaarders hebben hun boot nog boven liggen, dat was dus flink hard peddelen geworden als Peter was gaan zwemmen. "Shit, dat was echt klote gevaren" is even later zijn eigen constatering.
Minpuntje van dit geheel is wel dat ik er absoluut niet op verdacht was en alleen maar de doorvaart van de eerste wals op de foto had (dat zag er allemaal nog netjes uit), een foto waar je nog net voorbij de schouder van Mark (stond in de baan van de camera) de boot van Peter ondersteboven voorbij ziet spoelen en even later een foto van Peter opgelucht in het keerwater achter de passage. Niet bijzonder spectaculair dus. We houden het dus bij het verhaal en het mooiere plaatje van Mark die, wijs geworden goed geconcentreerd de passage doorvoer.
Eenmaal bij het fuchsloch aangekomen besluiten Peter en ik, wijs geworden door de zeker niet vlekkeloos gevaren S-bocht en de toch hogere druk op het water dan verwacht, om dit stuk maar niet te varen en reeds voor de passage de boten op de auto te leggen (yep, watjes).
aanvaart Fuchsloch
Fuchsloch zelf
Bij het uitstappunt is een uitstekend restaurant waar we voor, voor Zwitserse begrippen, weinig geld heerlijk eten. Salade haal je zelf van de Saladbar (zoveel je wilt dus, gewoon volladen) en een royale vleesmaaltijd met nagerecht. Vol en voldaan rijden we die avond terug (90 minuten over de Fluelapas) terug naar het dal van de Inn.
De Landquart kunnen we ook van de knipkaart afstrepen. Hoewel, de volgende keer wil ik hier wel eens varen met 2 tot 3 maal zoveel water. Dat lijkt me echt een te gekke ervaring.
Terug naar hoofd verhaal over de Inn kloven
Flubber