Brandingkayakken 2 okt 2005
Zondagochtend, de wekker gaat. Normaal ben ik niet makkelijk mijn bed uit te krijgen, maar nu spring ik er direct uit. Yess, we gaan brandingkayakken! De afgelopen 4 tot 5 dagen staat er al een stevige wind vanuit het westen, de branding belooft goed te zijn vandaag. Besloten is om naar Katwijk aan Zee te gaan. Anderhalf uur na de wekker word ik op een twijfelachtige carpoolplaats opgehaald door Cees, Richard, Michiel en Roel.
In Katwijk treffen we Marcel de Waard, de wavemaster. Het is er een drukte van jewelste op de parkeerplaats, al snel wordt naar bekende collega-kayakkers gegroet. Snel nog een bakkie en taart zoals Menno ons aanraadde, maar echt rustig genieten konden we niet: jeuk! En als het jeukt moet je krabben, dus snel die koffie naar binnen gegoten en hup, die boot van het dak rukken.
De branding is zo rond 13.00 uur wat onrustig. De golven komen onregelmatig en zijn vrij kort, maar wel hoog! Roel geeft nog een korte uitleg (voor Richard en mij is het de eerste keer): naar de golf toe leunen, kayakkers op een golf hebben voorrang en als iemand op je af komt gedenderd, laat je je het best omvallen, zodat de ‘surfer’ over je boot heen kan varen (en dat zal-ie weten ook, blijkt later…). Daarna stappen we in, spugen nog een keer in het zand, en gaan als op hol geslagen beren los.
Wat een kick zeg, die golven zijn echt krachtig! Omdat de branding zo onregelmatig is, lukt het best aardig om er doorheen te komen. Af en toe is het wel frustrerend als je een eind gevorderd bent en ‘knal’, een golf van twee meter breekt precies vlak voor je neus, slaat je vol tegen je harses en smijt je gewoon weer 10 meter achteruit. Maar ja, op hol geslagen beren hou je niet zomaar tegen, dus het lukt al vrij snel om door de branding heen te komen.
Alleen Cees heeft wat meer moeite om met zijn Drakkar C1 over de hoge golven te komen.
Al snel heb ik de smaak te pakken en weet ik op menig muur van water mee te surfen. Het is echt makkelijker dan ik dacht. Vooral als een golf vlak achter je al gebroken is, geeft de witte kop je zo’n harde duw in je rug, dat de rest al bijna vanzelf gaat. Het is net alsof een reus tegen je zwemvest trapt.
Later in de middag, tegen een uur of 4 wordt de branding nog heftiger en worden de golven hoger (tot 3 meter!), regelmatiger en langer. Je kunt nu veel langer blijven surfen, maar het is echter wel drie keer moeilijker om door de branding heen te beuken. Soms zijn de dikke golven zo steil, dat ze je gewoon achterover loopen. Het is ook erg leuk om anderen bezig te zien, vooral om te zien hoe anderen worden gewassen als een golf vlak boven hun hoofd breekt en ze over een behoorlijke afstand alle kanten op worden gesmeten. Eén ding is duidelijk: het is wel erg handig om een zekere rol te hebben, want je rolt je een ongeluk.
Een gigantische v-vormige golf doemt achter me op: yesss, meepeddelen! Maar als ie vlak achter me is, zie ik de kop van de golf overhellen, en KAK, valt ie van twee kanten op me. Ik word zo hard rond geslingerd, dat ik bijna mijn peddel verlies. De golf trekt, sleurt en gooit me alle kanten op. Ach, geduld is een schone zaak; keien heb je hier niet, dus ik wacht en wacht, maar dan rukt de golf mijn spatzeil gewoonweg los. Toch uitstappen dus. Als ik even later als een verzopem kat het strand op kruip is de energie dan toch echt op. Niets meer van over zelfs.
Roelio op!
Dan: Hefeweizen erin en knockout op de achterbank naar huis.
Zeker vaker doen.
Stefan