Sesia mei 2006
Het begon allemaal donderdagochtend 25 mei…… Maud, Rommert en ik zijn op weg naar de Alpen… Even over de grens staan de Alpen al op de borden langs de snelweg aangegeven. De reis verloopt daarom ook soepeltjes. ’s Avonds komen we aan in Ilanz, Zwitzerland, waar we een bliksembezoek afleggen bij Kees van Kuipers. Kees geeft daar tijdens de zomermaanden kayakles en is raftinstructeur. We worden hartelijk ontvangen en de eerste bierdoppen vliegen al snel door de keuken.
Vrijdag 25 mei Glenner (III/IV)
Volgende ochtend lekker uitgeslapen. ’s Middags neemt Kees ons mee naar de Glenner om daar een lekker stukkie warm te varen.
Omdat de weg gedeeltelijk is opgebroken kunnen we niet het hele geplande traject varen. Geeft ons wel de gelegenheid om twee uurtjes alle golfjes en walsjes te pakken en sommige rapids meerdere malen te varen. Maud moet een beetje voorzichtig doen, ze heeft een teen gebroken. Maar hee: nie varen is geen optie. De waterstand is super; in heel Zwitserland, als we Kees mogen geloven. Na een half uurtje varen komen we bij de ‘Schlitz’, een rapid met meerdere walzen vlak achter elkaar. Kees: “en als je denkt dat je de laatste wals hebt gehad, komt er nóg een”. We stappen uit om te scouten.
Verschillende lijnen worden besproken, met name de laatste wals zuigt ver terug. Deze kun je redelijk goed over rechts varen. Links zuigt ie stukken harder terug, maar kun je met een goede boof wel het keerwater er schuin achter pakken. Hmmm: rechts makkelijker, links uitdagender…… Kees vaart voor en vaart de laatste wals over links. Lastigste is om links goed uit te komen. Na Kees ga ik. Eerste wals mooi over de tong, tweede ook, derde wals is diagonaal….gaat ook goed en dan een korte trekslag… boef! Stil in het keerwater! Yesss. Maud en Rommert rollen allebei een keer, maar komen er verder ook goed doorheen.
Iedereen vaart nog een keer. Kees staat met een werplijn klaar. De voorlaatste, diagonale wals zet me nu net iets teveel opzij, waardoor ik niet goed meer kan boofen. Ik word meteen afgestraft; al gauw weet ik niet meer wat boven, onder, links, of rechts is. Vanaf de kant zag het eruit als een soort volautomatische cartwheel die maar niet ophield… Enfin, in schuim zit gelukkig ook lucht, dus ik houd vol en kan me later via de onderstroom uit de wals trekken. Maud en Rommert varen over rechts en komen keurig door de passage heen.
Voor meer beelden van de glenner zie verslag van de Glenner in juni 2006.
Zaterdag 26 mei Mollia – Piode (IV -)
Zaterdagochtend nemen we weer afscheid van Kees, laten een kaasje voor hem achter, en rijden we naar Italie: Val Sesia staat op het programma. Maud kneust die ochtend haar arm tussen de deur van de auto…… tsja. Vandaag geen Maud, maar mAUd dus.
Aangekomen op de prachtige camping van Alberto in Campertogno, zetten we de tenten op (Rommert ga GAUW eens een andere kopen; ik help i.i.g. nooit meer mee opzetten) en spoeden we ons gauw naar het water: we kunnen nog net! Maud kan helaas niet mee vanwege haar arm, dus moeten we met zijn tweeën. Rustig aan en geen gekke dingen doen dus. We stappen in op de Midden Sesia, vlak onder Mollia en varen tot de waterval van Piode (+/- 7 km). Het traject is ronduit prachtig!
Een passage is echt onbevaarbaar en dragen we om. We moeten behoorlijk over de rotsen klauteren met onze boten. Het is net canyoning: het laatste stuk moeten we zwemmend door een poel. Shit wat is het water koud! Op de camping is het druk: veel Italianen brengen het weekend door op de camping. Maar niet getreurd, er is genoeg wijn, dus we laten we ons gauw vollopen voordat het op is…
Zondag 27 mei Piode – Balmuccia (III +/IV)
Het is prachtig weer! Blauwe hemel, zon, maar wel een stevig windje. Vandaag varen we weer de Midden Sesia, nu van Piode tot Balmuccia. Door het mooie weer stappen we wat later in de middag in: lekker uitslapen en de waterstand is aan het einde van de dag beduidend hoger! Rommert en ik staan nog een tijd te twijfelen bij de waterval in Piode. De voorheen onbevaarbare linkerkant onder de brug is afgedamd, waardoor nu alle water over rechts stroomt. De waterval heeft helemaal links een subtiel stroompje, die goed bevaarbaar lijkt. Brandsport-cursisten gingen hier in het verleden ook wel eens vanaf. Nu valt er echter zoveel water, beneden gaat het daardoor echt hard tekeer. Hmm toch maar niet.
Maud is er weer bij: haar arm snapt de meeste bewegingen weer en een kniebeschermer moet haar elleboog behoeden voor eventuele klappen op stenen.
Het begin van de boskloof dragen we om na lang te hebben staan kijken: die kei onderaan de rapid kijkt me toch een tikkeltje te vals aan.
Daarna varen we lekker ontspannen en soppen ganz easy de Sesia af. We komen veel keienbakken tegen met veel verval. Ze lijken zo makkelijk, maar die keien zijn echt verraderlijk: goed vooruit kijken dus en veel slalommen.
Dan komen we bij Scopello bij een lange, steile rapid. Ik vaar nu voor en scout in een keerwater vanuit de boot. Het geheel ziet er overzichtelijk uit en geef aan dat ik alvast ga. De rapid is super! Net alsof iemand je boot vanachter een douw geeft, zo hard versnel je. Onderaan nog een mooie boof over een overspoelde kei, en hop, in een mooie poel draai ik me meteen om, om vol enthousiasme het teken te geven dat de volgende kan komen. Rommert vertrekt meteen…… dan kijk ik nog eens goed waar ik overheen gebooft ben… shit, dikke wals onderaan! Rommert ziet mijn teken niet meer, en vaart er vol in… hij loopt bijna achterover, maar weet zich er net doorheen te trekken. Ik schaam me… Maud nu: ziet ook het teken niet en peert als een kamikaze op de wals af: ook bijna geloopt met nog een rol, maar ook zij is er doorheen. Sorry guys…
Ik wil de rapid nog een keer varen en draag met boot terug naar boven. Heerlijk die snelheid. Onderaan gekomen, zet een steen mij van mijn lijn, waardoor ik niet op tijd kan boofen en hup, ik word wel helemaal achterover gesmeten. Maud zit langs de kant met een lijn, maar kan niets doen: ik word alsmaar gewassen, tot ik mezelf uiteindelijk overeind weet te werken. Alleen zit ik met mijn gezicht naar een rotswand; de werpzak kan ik zo niet zien )(*&*&%. De wals zuigt, trekt en smijt de boot heen en weer: dit vreet energie!! Ik laat me omgooien en warempel: nu spoel ik er wel uit. Rommert zat op dat moment te filmen… alles dus ook op video… hmmmm.
Maandag 28 mei Balma – Mollia (IV -/IV +), ca 7 km)
Dit deel van de Boven Sesia begint met een brede rivierbedding. Niet moeilijk, lekker invaren, maar let wel op de keien! Wat later komen we de Boccario-waterval tegen. Die hebben we maar even omgedragen (Peter Knowles “may god help you if you miss it”). Prachtige plek trouwens, met magnifiek uitzicht vanaf het loopbruggetje over de waterval.
Na Boccario dendert de Sesia ineens omlaag, vaak zo steil dat er regelmatig gescout moet worden. Meestal zijn er meerdere lijnen mogelijk. Het stuk is zeer leerzaam. Het grootste deel van de tijd staan we langs de kant water te lezen en te overleggen. We beginnen hier met een mooie lange rapid. Stefan vaart, Rommert staat met een werplijn, Maud filmt. De eerste drop met wals vaar ik over de chickenroute met geslaagde boof, daarna snel positioneren voor korte draai over gekrulde tong, daarna nog twee drops en succesvol in de poel. Heerlijk als je een lijn precies vaart zoals je ´m in gedachten had. Door het vele scouten doen we erg lang over de tocht: daar hebben we ons toch lelijk op verkeken… Om 21.30 bij komen we dan eindelijk bij de output… Leerpunt: neem de tijd en voldoende eten en drinken mee als je ww4 vaart.
Dinsdag 29 mei Boskloof – Vocca (III +/IV)
We stappen in onder de Klasse 6 rapid aan de ingang van de boskloof. Na een seal launch onder de brug moet je meteen scherp zijn. In de eerste rapid zit flink wat verval. Onderin zit een gemene gesloten wals, waar Rommert vorig jaar totaal in verdween. We besluiten om over te dragen en stappen weer in. Voor de onbevaarbare waterval stappen we uit.
Net achter de waterval zit een glijgootje waar Rommert en Stefan vanaf denderen. Maud krijgt de kriebels en stapt lager in. Langzaam dalen we af in de kloof. Aan weerszijden grote wanden, schitterend. Passages zijn goed te doen, scoutend vanuit de boot dalen we verder af. We naderen de ‘rapide di Balmuccia’, ook wel ‘little Canada’ genoemd. De rivierbedding wordt smal en het water dendert ‘voller Gas’ naar beneden. De lijn is duidelijk en op zich niet moeilijk. Halverwege de rapid verhoogt het tempo zich en voelt het als ware je een kurk die uit een hevig schuddende champagnefles wordt gelanceerd. Dit gaat hard!!!! Je knalt vol snelheid over een golf, knalt door een witte schuimende massa, en voordat het schuim uit je ogen is verdwenen, herhaalt het geheel zich nog een paar keer, en ineens zit je dan voor de wals aan het het eind van de passage. Lekker die poel aan het eind… I love poelen…
Na deze passage wordt het een stuk gemakkelijker, breder, minder druk. Alweer een topdag! ’s Avonds laten we onszelf weer vollopen met Alberto’s wijn. Rommert bestelt de dikste en lekkerste steak die we ook hebben gezien (1400 gr voor 2 pers!). Belachelijk duur, maar dubbel en dwars de moeite waard.
Woensdag 30 mei Egua (tsja..)
Het weer is raar (eerst zon en 25 graden, dan ineens een sneeuwbui), en de energie is even op. Woensdag luierdag dan maar. NIET dus: op de parkeerplaats loop ik twee Spaans sprekende Engelse Duitsers tegen het lijf (raar volk die kayakkers) en laten me vol enthousiasme foto’s en videobeelden van de Egua zien van de dag daarvoor. Ze hebben daar een stijle slide en een slide met drop gevaren; allebei wel 10 keer. De rest van de Egua had te weinig water. Damn! Rommeeeeert, Mauuuuud, we gaan varen! Het duurt een tijd voordat we de twee hotspots gevonden hebben, maar oh wat zijn ze leuk. Varen, terugdragen, varen, terugdragen, v.. etc. De eerste drop met slide is ganz easy: je legt je bootje in de goot neer en hup, de glijbaan af. Na de slide een vrije val van ca. 6 meter. Maud staat een half te draaiekonten of ze het wel of niet zal doen, maar raapt dan toch al haar moed bijeen en vaart, glijdt, valt, komt boven en is verbaasd dat ze recht overeind zit en alles het nog doet. En dan die glimlach, haha.
De tweede hotspot, een slide van ca 8 meter is supersteil en erg smal. Als je omkiept moet het wel naar rechts zijn, anders stoot je je hersenpan tegen de rotswand. Lijkt tricky, maar als je hem lichtjes van links naar rechts aanvaart en je peddel rechts naast je neerlegt, kan er niets misgaan.
Na alweer een stevig maal met hopen dood vlees begeven we ons naar Frankrijk. Ik ga daar raften, Maud en Rommert gaan een paar dagen varen met Menno.
Einde.