Tochtverslag Isre, Juli 2003

Het is woensdag, gisteren hebben we Kloof in de Dora Baltea tussen Chantillon en Montjovet gevaren, Eef en Joyce houden vandaag een dag rust. Vandaag willen we de Dora Baltea een eind boven de camping proberen. Wij willen het stuk vanaf Pre-St Didier tot een eindje voor het begin van de Canyon de L'inferno. Het stuk staat te boek als WW IV+ afnemend tot WW III, dat alles bij laag water (volgens het boekje van Peter Knowles). Het is een denderende sloot, grotendeels breed en rechtuit. De moeilijkheid zit hem vooral in het forse verval in de eerste  kilometers en de enorme walzen. Het is redelijk hoog water. Bij het instappunt zien we een groep Britten instappen, ook met kleine bootjes. Voordat je het weet zijn ze uit het zicht verdwenen en de manier waarop ze naar beneden komen geeft ons nog niet het vertrouwen dat dit een eenvoudig stuk is. Saskia heeft er sowieso geen zin in en wijzelf gedragen ons als alsof er een flinke keutel dwars zit, moeilijk kijken en veel drentelen en draaien. Na veel vijven en zessen besluiten we dit toch maar niet te doen, het gaat net een tikkie te heftig. 

Op een 2 km lager instappunt bekijken we de rivier nog een keer. Daar heb je de Britten al, zoefff, en weg zijn ze weer. Mmmmmm, dat betekent dat je het hele stuk in een half uur of zo vaart... Een goed excuus, laat maar. We gaan Kloof in de Dora Baltea tussen Leverogne en Villeneuve wel weer varen, die hebben Rob en Saskia tenslotte nog niet gedaan. Op het instappunt komen we een raftorganisatie uit Bourg-St-Maurice aan de Isere tegen. Rob staat even met de raftguide te praten en komt even later terug met de informatie dat het ongeveer 1.5 uur rijden is naar de Isre en dat daar goed water staat. We varen de kloof, een heerlijk tochtje, zie voor de foto's het verslag van dezelfde tocht op maandag.

Die avond worden de plannen gesmeed: morgen vroeg vertrekken naar de Isre en 's avonds in Bourg-St-Maurice lekker eten (Peter weet, zoals gewoonlijk, nog een goed restaurantje).

Zo gezegd, zo gedaan. Om 9 uur vertrekken we en om 10.45 uur staan we bij het slalomparcours van Bourg-St-Maurice. Er gaat 25 kuub doorheen. Dat is precies de ideale waterstand, zeggen ze...

Het parcours ziet er, zeker vergeleken met de slalomparcoursen die wij kennen, heftig uit. Het staat te boek als wildwater IV, maar dan een echte. Ik kan me de beelden van het WK 2002 nog herinneren (zie ook het NKB verslag van Ivo over die kampioenschappen). toen  had ik al zoiets van "Ik ben al blij als ik de keerwaters haal, die lui pakken ook nog even de poortjes mee!". Nadat we het hele parcours even langs gelopen zijn stappen we in, Peter is vandaag lunch-moeder en zorgt voor Kim en Fret, Joyce besluit iets lager in te stappen. Dan zijn Eef, Saskia, Rob en ik weg. Gelukkig dat we het stuk verkend hebben, was dat niet het geval geweest, dan was ik tocht echt even uitgestapt om te gaan kijken wat eraan komt. Het verval is groot en de golven zo hoog dat de aanvaart van een passage naar een volgend keerwater niet goed te bepalen is. Dit is dus weer echt WW IV varen. Het water dendert als een enorme bulkende slang tussen de strekdammen van het parcours door en geeft je amper tijd om bij een foute aanvaart een correctie door te voeren. Na een paar inleidende versnellingen komt de eerste test door een linker doorgang met een totaal verval van tegen de 2 meter  moet met een noodgang een korte golventrein overwonnen worden om dan strak naar links in het keerwater te duiken. Ik vaar aan, knal over de eerste golf heen, wordt door de tweede heen gesmakt , weet de boot op koers te houden en eindig in het keerwater. Mmmmmm, was dat nu gecontroleerd? Naar later blijkt zag het er zo niet uit, van bovenaf gezien, ze vonden dat er wel een hele verdachte hoge steun  tussen zat.  Dan komen Saskia en Eef en als laatste Rob.

We steken over naar en volgend keerwater en snel wordt me duidelijk dat een slalomboot toch wel voordelen heeft op dit water, veel meer snelheid en lichter dan een rodeoboot. Onze bootjes zijn bij deze watermassa en snelheid bijna niet te corrigeren en de gouden regel "zorg dat je altijd sneller bent dan het water zodat jij kan bepalen wat er gebeurt" blijkt weer eens volledig waar te zijn maar daarentegen veel moeilijker toe te passen. Een fout is amper te corrigeren en ook ik moet tot mijn spijt bekennen dat 2 geplande keerwaters compleet gemist worden, laat staan dat je nog een poortje moet halen....

Bij een volgend verval met een halfpipe-golf die 45 graden op de vaarrichting staat corrigeert Saskia iets te sterk en gaat om. Een passage verder komt ze pas overeind en verdwijnt uit het zicht. Snel ga ik er achteraan om zeker te stellen dat alles in orde is. 2 keerwaters verder ligt ze na te hijgen. "Joh, wat kost dat een kracht om hier overeind te komen en dan nog het keerwater in te varen, ik ben even op hoor!" 

Zelfs Rob, toch redelijk ervaren in de slalom discipline komt met zijn Inazone verkeerd uit en zit op een gegeven moment op de staart van het keerwater twee meter naar beneden te kijken naar de wals waar hij achterwaarts in dreigt te vallen. Zijn ervaring redt hem en even later kan hij net voorlangs de hoofdstroom pakken.

Dan is het heftigste deel voorbij en stapt Joyce ook in. Achteraf gezien ben ik stom geweest, ik had Peter en Joyce de videocamera  en de Digi mee moeten geven. Dan hadden we schitterende beelden van onze escapades gehad. Helaas, in het vuur van de strijd vergeten.

We zijn het parcours voorbij en de Isre verdwijnt in de bossen richting Landry. De moeilijkheidsgraad komt hier nergens boven WW III uit dus we kunnen lekker spelevarend naar beneden dobberen.

Dat het traject tot Landry druk gebruikt wordt voor afvaart training wordt ons al snel duidelijk. Op de heenreis had ik vlak voor Bourg-St-Maurice een camping gezien met minimaal 50 afvaartboten op auto's en trailers, die schijnen zich allemaal op dit traject verzameld te hebben. Om de haverklap horen we ergens achter ons een schreeuw, een fluitje of, als we niet op zitten te letten, gehijg en een franse vloek omdat een afvaartboot ons op hoog tempo in wil halen. Ach, het is tenslotte het oude WK afvaartparcours, logisch dat ze hier trainen.

Het aantal afvaartboten begint zich, hoe verder we richting Landry komen, te verdubbelen, te verdriedubbelen en als apotheose eindigen we vlak voor Landry in een stuwmeertje met meer dan 50 afvaartboten. Ik krijg een ongemakkelijk gevoel. Ja hoor, om de bocht zien we opeens een start-bannier opdoemen en de inzittende van de afvaartboten beginnen toch wel erg gerriteerd naar ons te kijken.

Even later is alles duidelijk, van Landry tot Aime is de hele rivier gereserveerd voor de Franse kampioenschappen afvaart, we mogen er dus niet door. Hier eindigt onze tocht. We balen! We proberen onze lunch-moeder, Peter, Kim en Fret, te bereiken maar ik ben vergeten de GSM in de waterdichte zak te stoppen. Uiteindelijk kan Joyce met hulp van een paar Nederlanders Peter bereiken en zijn we weer compleet. Op het moment dat we willen besluiten terug te gaan heeft de wedstrijd een pauze en krijgen we te horen dat de komende 30 minuten de rivier weer vrij is voor de toeristen. 

Snel eten we nog een hap, pakken onze spullen, stappen in en vervolgen onze tocht.

Een eindje voor Aime begint het zware stuk van het parcours. Diverse stroomversnellingen klasse WW IV rijgen zich aaneen tot een van de allermooiste wildwaterparcoursen van Frankrijk. Enig probleem dat wij hebben is de 30 minuten die ons gegeven is om het parcours tot in Aime af te leggen.

Saskia en ik hebben het een aantal jaren geleden al eens gevaren dus ik weet globaal wat er komt. Ook wordt er iedere dag geraft op het traject dus alle gevaarlijke passages zijn altijd vrij gemaakt van bomen en andere troep. Je hoeft dus nooit uit te stappen en kunt alle passages vanuit de boot verkennen.  Vol tempo denderen we dus door alle passages heen.

Ik houdt alleen te weinig rekening met Eef, die ziet doordat ze ongeveer 40 cm korter is veel minder van het parcours waardoor ze meestal blind en puur op vertrouwen achter ons aan de passages afvaart. Omdat we in een half uur een parcours van 4 km proberen af te leggen raakt Eef ook regelmatig de voorvaarders kwijt en is dan puur op zichzelf aangewezen. Dat, gecombineerd met een traject klasse WW IV voert de adrenaline dusdanig op dat ze halverwege aan  de bel trekt en mij de keuze laat tussen langzamer varen of door zonder Eef. Even gas terug dus.

Vlak voor Aime zitten de kanten vol met toeschouwers, hier zijn de zwaarste passages met namen als "The bacon Slicer", "La Salle a Manger""  en Le Dessert". Na een paar stevige WW IV passages geven de buikspieren van Joyce de pijp aan Maarten. Ze stapt uit. Wij gaan met z'n vieren gaan we verder. 

Voordat we het weten zijn we de finish van het afvaart parcours over en beginnen we weer aan een rustig traject klasse WW III. Ik weet van eerdere jaren dat er nog minimaal 5 km WW III en IV volgt en blijf dus gas geven, het is al dit na 15.00 uur dus de tijd dringt.

Het laatste deel is en blijft een van de allermooiste WW trajecten van de Alpen, continu lange stroomversnellingen klasse III. Daarna een mooie kloof met loodrechte wanden en haakse bochten waar je, zonder voorkennis, nooit blind doorheen zou durven varen. Daarna volgen nog 3 denderende WW III+-IV- stukken met golven en walzen waar we ons,  allengs meer  steunend en zwoegend, doorheen worstelen. Door alle haast hebben we ook wel wat voedsel tekort en de laatste marsjes uit het zwemvest worden in dank verorberd. Tegen zessen komen we eindelijk in Centron aan. We zijn echt helemaal op. Maar het is de reis voor 100% waard. Onze lunchmoeder, Peter, is het daar niet mee eens. Compleet in de stress heeft hij met hond en kind het uitstappunt proberen te vinden. Dat is niet gelukt. Uiteindelijk heeft hij Joyce bij Aime terug gevonden en Joyce heeft ons bij Centron uiteindelijk weer opgepakt. Peter heeft alle spanning in een kroegje in Bourg-St-Maurice verdronken.

Jammer dat door alle haast en spanning er weinig foto's gemaakt zijn en al helemaal geen film opnamen. Volgende keer (zeker weten!) beter.

Informatie:

Isre slalomparcours: 500 m WW IV bij 20 kuub of meer

Isre Bourg-St-Maurice-Gotthard (voor Aime): 8 km WW III

Isre Gotthard-Aime-Centron: 11 km WW IV

Het hele stuk word dagelijks met Rafts bevaren. Er zitten dus bijna nooit (Lees goed: BIJNA!) gevaarlijke takken (e.d). in. Deze worden door de raft companies zo snel mogelijk verwijderd. De hoeveelheid water die doorgelaten wordt is te bevragen of te bekijken bij het slalomparcours 20-30 kuub is ideaal.

Menno