Guisane zomer 2003

Het is 6 augustus 2003, we zitten al drieneenhalve week in de Alpen en al anderhalve week aan de Durance met laag water. We hebben dan wel de Midden Guil  en de grote kloof van de Ubaye gevaren (beiden met laag water), toch missen we wat; echt wild water. Daarom probeer ik al een week lang diverse vaarders zo gek te krijgen mee te gaan naar de Romanche en de Veneon, beiden aan de andere kant van de Col de Lauteret. Vroeg vertrekken dus. Beiden Rivieren zijn van een stevige klasse WW IV met stukken erboven.

He ronselen lukt uiteindelijk niet, niemand heeft zin om meer dan 2 uur te rijden naar een onbekende rivier waarbij die ook nog wel eens teveel water kan hebben.

Donderdag gaan we echter naar huis, er moet dus gevaren worden. We besluiten de Guisane te gaan doen vanaf de botenkraker bij Montier les Bains tot in Briancon. Deze blijft leuk, ook met een lage waterstand.

De avond ervoor heeft het flink geregend bovenin het dal, de Guisane is grijs en heeft gelukkig iets meer water dan we vooraf verwacht hadden. Het ondoorzichtige water maakt het geheel wel weer wat moeilijker doordat stenen die net onder de wateroppervlakte zitten moeilijker te zien zijn.

De ploeg die we vandaag verzameld hebben bestaat uit Gijs Waghto (vader van Lianne), Jan Boersma met een vriendin, Tom, Saskia en ik. 

Eenmaal bij de botenkraker aangekomen ontstaat enige discussie. De vriendin van Jan vindt dit stuk te wild en wil er onder pas instappen. Na enig heen en weer gepraat besluit ze toch boven de botenkraker in te stappen. De blokkade zit vooral in het koppie want ze vaart het stuk feilloos. Een ding is wel direct duidelijk: ze gaat niet mee door de woudkloof in de beneden Guisane, dat is dan een maatje te veel.

Sas in de botenkraker

Sas

De botenkraker is naar onze mening door de diverse hoogwaters flink veranderd, minder stenen in de doorvaart. Het is niet meer die denderende passage waar je als beginner met angst en beven naar stond te kijken.

Tom, onder de botenkraker

Tom

De Guisane boven Chantemerle is bij deze waterstand en waterkleur nauwelijks interessant te noemen en we peddelen dus stug door tot in Chantemerle. Daar stapt de vriendin van Jan uit en wij gaan, vergezeld door diverse rafters en zelfs een stelletje Hydrospeeders de woudkloof na Chantemerle in. 

Pa Wagtho

De eerste stuw direct om de bocht draag je normaliter om. Ik zie echter de guide van de hydrospeeders helemaal links de dobbertjes de stuw af dirigeren. Als zij dat verantwoord vinden, dan moet het voor mij ook te doen zijn. Zo gezegd zo gedaan en even later duik ik zonder grote problemen de stuw helemaal links naar beneden. Even wat wrikken tussen grote rotsblokken door en ik kan weer verder. De rest van de ploeg draagt keurig netjes, zoals van tevoren reeds besproken, de stuw om.

We varen relaxt verder over leuk WW III water. Een kilometer verder dragen we de grote stenen glijstuw rechts over.  Dat kost je bij deze waterstand zeker een pons plastic en mocht je om vallen, dan raak je minimaal je opperhuid kwijt.

Pa Wagtho

JanBo

500 meter verder "geht's zur sache". Tussen grote blokken door denderen we naar beneden. Ook bij deze redelijk lage waterstand blijft de Guisane in de buurt van de WW IV. Nu echter meer technisch dan bij hoog water (zie voor hoog water onze voorjaars alpenweek in 2001).

Tom

Hierna volgt weer een rustiger stuk. Dan volgt een onoverzichtelijke bocht naar rechts. In de bocht probeert Tom rechts een keerwater te pakken, hij drijft met zijn dobbertje (dagger G-force) achterin het keerwater tegen een steen, gaat om, gaat zwemmen en laat alles los. Tom is zelf snel aan de kant. Ik laat de peddel voor wat hij is en ga achter de boot aan. Vol tempo dender ik de volgende langgerekte stroomversnellingen af en probeer geregeld de boot een zwiep in het keerwater te geven. Eindelijk heb ik hem klem gevaren tussen twee rotsblokken.

Even later komt Tom aan de overkant van de rivier op dezelfde hoogte uit het bos gelopen. Hij heeft zijn peddel ook al ergens bij een boom vast zien zitten, die kan ik even later ook te pakken krijgen waarna ik Tom met de werplijn naar mijn kant laat zwemmen. Ik heb mijn pilsje weer verdiend (-;)

En Tom weet het nu zeker, zo'n kort bootje zonder veel volume is niets voor hem. Eenmaal terug in Nederland stapt hij over op de Creekers (-;)

Gijs, Saskia en Jan hebben amper door dat er iets mis is gegaan en komen soepel keerwater varend naar beneden gespeeld. Zij hebben optimaal kunnen genieten van deze schitterende stroomversnelling met grote blokken, veel verval en prachtige keerwaters. Het blijft een schitterende sloot, de beneden Guisane.

JanBo

Een kilometer verder is onze tocht ten einde. 

 

Menno