Nu met de film van de muizen op de Tarnon.
Ik sta om 7 uur op, douche, Menno wakker maken, we gaan eerst, voordat de heideroosjes wakker worden, nog even naar de Tarn kijken. Onder een strak blauwe lucht rijden we stroomop langs de Tarn, we parkeren ergens hoog boven de kloof van de boven-Tarn, en via een geitepad dalen we af. Beneden aangekomen sta ik oog in oog met het ravin de Manuber, kan zijn dat op dat moment de muizen oversloegen. De hele klim weer naar boven, gelukkig zonder kajak.
Terug bij de gite, de heideroosjes gepord, ontbijten en het besluit: het wordt de Tarnon.
We besluiten dit keer om te kleden bij het uitstappunt en dan in ÈÈn auto naar het instappunt te rijden.
Twee dagen lang ging het contactlens inzetten als een speer, maar nu na twee lenzen gesloopt te hebben en een derde van Menno ergens op of rond mijn oog verstopt te hebben, wist ik het wel, dit is niet mijn dag.
Rond een uur of 12 stappen we in, in eerste instantie zonder al teveel druk op het water met veel overstekende stenen.
Na een paar honderd meter denderd er via een waterval van een aantal meter de Tarpoul in de Tarnon, en wordt het ondanks de beloofde minimum waterstand een best stuk water.
Ondanks dat ik als een natte dweil in de boot zit, is het een prachtig stuk water, en al aaiend en slagen missend kom ik ongeschonden door de eerste vervallen. Menno en Harry varen wisselend voor en leggen genadeloos de verrichtingen van Cees en mij vast.
Na ca. ÈÈn kilometer komen we bij de wildwater 5 passage aan, Menno en Cees varen alleen het eerste stukje hiervan, Cees twijfeld even over deel twee, maar besluit dan ook de rest te lopen. Verder gaat het weer, verval op verval, volgens mijzelf gaat het hartstikke goed, maar daar waren de meningen over verdeeld.
Een volgend verval duikt Harry vol goede moed af, een mooie parkeerplek wordt door hem gevonden voor een mooie haaietand, Menno vaart groetend langs, vragend of zijn lampje (go pro) wel brand, het een en ander moet natuurlijk wel goed vast gelegd worden. Harry weet zichzelf van het blok met haaietand te bevrijden, waarna ook Cees en ik de tand vakkundig weten te raken.
Bij een van de laatste serieuze vervallen, rond ik al aaiend een blok, wordt achterstevoren gezet, en probeer een aantal malen te draaien. Overstekende stenen proberen dat te voorkomen, maar gelukkig kan ik net draaien voordat ik dwars tussen twee blokken blijf hangen.
Bij het uitvaren probeer ik nog een rotsblok te verplaatsen, het schijnt dat mijn peddel kraakte, kan ook mijn arm geweest zijn.. Hierna was ik iets gemotiveerder om mijn peddel wat krachtiger door het water te halen in plaats van over het water.
Langzaam wordt het breder en komen de overstekende stenen terug, Menno wil Harry de weg wijzen, die is daar niet van gedient. Hij wil perse zelf voorop varen, je zou hem toch wat. Bij de uitstap gekomen, in de volle zon omkleden, we hopen nog op een terras ergens in frankrijk in de zon, maar als je je sleutel niet bij je heb, moet je twee keer omrijden, en is de zon verdwenen achter de bergen.
Dan maar de plaatselijke supermache plunderen, en biertje en kaasje naar binnen werken in de gite, zonder muizen.
Hans