Durance 2001, Maandag
De volgende morgen laat Hans zijn ontbijtkunsten zien: Gebakken eitjes, ham en spek en, niet te vergeten, verse aardbeien.
Die dag gaan we naar de Guisane, iedereen is nu aan de kracht van het water gewend en de Guisane is duidelijk technischer dan de Durance. Smal, snel en met de Botenkraker erin ook nog eens verblokt.
Het water is wel loeikoud. Dat, gecombineerd met wind en bewolking, is de reden dat de Ardennen uitrusting eraan te pas komt: Handschoenen en badmutsen!
De Guisane is redelijk laag (denk ik, aan het begin) we starten in vier verschillende groepen. Sas, Paul, Martien en ik starten als laatste. Bovenin nog we leen paar vervelende takken maar al snel is het gewoon een open snelstromende sloot zonder veel bijzonder moeilijkheden. Peter, in de groep voor ons gestart, denkt daar al heel snel heel anders over, na nog geen kilometer varen we zijn groep voorbij.
maar na de Botenkraker, waar iedereen zonder kleerscheuren maar sommigen wel hyperventilerend, doorheen komt, komt er voldoende water bij om tot aan Chantemerle een lekker tochtje te kunnen maken. De botenkraker gaat toch best nog wel stevig, we blijven even liggen om eens te zien hoe Peter het er hier vanaf brengt:
Gelukkig, we kunnen hem halverwege net in het keerwater trekken. Mark voer origineel voorop maar bleef bovenin ergens in een keerwater vast zitten. Gevolg was dat Peter als eerste van de groep naar beneden kwam. Zo, was die blij heelhuids in het keerwater te liggen!
In Chantemerle pauzeren we. De beginners stappen hier ook uit en verder mag iedereen die lekker in zijn vel zit mee om het onderste stuk van de Guisane te varen 5 km WW III-IV, het toetje van vandaag. Rob en Mark besluiten tot mijn verwondering niet mee te varen, te koud.
Het is nu half drie en ik verwacht twee uur later in Briancon te zijn.
Helaas, mijn foto rolletje is op en de nieuwe rolletjes liggen in de tent. Stom, stom, stom!
We dragen de twee stuwen in het begin over, beiden zouden wel te bevaren zijn maar het is niet duidelijk wat er aan hout en ijzerwerk her en der omhoog steekt. Ook zit er in de eerste stuw een boom aan de rechter kant, de kant waar deze normaliter bevaren wordt. Onze conclusie is wel dat er toch wel wat meer water dan in de zomer overheen gaat. Spektakel dus voor verderop! Dan begint het feest! Een enorm verblokte passage van 50 meter lang in een bocht naar links. John staat al met een lijn aan de kant. Met veel moeite krijgen we de hele ploeg er veilig doorheen. Zelf buts ik bij het eerste verval ergens op een steen, shit, alle vaart is er uit. Het volgende verval doe ik via het randje van een groot rotsblok, een ongewenst rock-180 (net uit een boekje geleerd) is het gevolg en achterwaarts door. Uiteindelijk komt alle weer op z'n pootjes terecht. Even later besluit Paul dat hij z'n peddel wel kan missen (blijft steken) en dobbert even later door de rivier na man en materiaal geborgen te hebben gaan we weer verder. Een stuk verder komen we de eerste ploeg tegen die Teun zijn boot aan het bergen is, die zit onder een boom. Het blijkt dat Teun er onderdoor gegaan is. John kon er nog net overheen komen, Teun niet meer. Gelukkig was er net voldoende ruimte onder om met de schrik en een forse blauwe plek op het been vrij te komen. De boot wordt met de werplijn eruit getrokken. Wij dragen 10 meter om om zo de aanvaart naar de boom (alle andere doorgangen van de rivier zitten ook vol met bomen) te vereenvoudigen.
En verder gaat het weer. Bij een haakse bocht naar rechts stappen we uit om te verkennen. Over ongeveer 100 meter dendert de rivier tussen grote blokken naar beneden. Her en der zitten stevige walzen. John en ik varen de passage helemaal, de rest besluit de eerste wals om te dragen. Alles gaat goed.
En boom over de hele breedte van de rivier belemmert de doorgang, aan de linkerkant kun je tussen een paar takken door net over de stam wippen. De boom weet Martien zijn peddel te ontfutselen. Snel gooi ik mijn peddel toe en houdt mezelf aan een rotsblok vast totdat Martien de peddels weer bij elkaar heeft. Saskia komt even later mijn peddel overvaren.
De walploeg is aan komen lopen vanuit Briancon we moeten er dus bijna zijn. We hebben nog een 'vette' passage voor de boeg. Stevige walzen, golven en verblokking. Net op het laatst raakt Ron de controle even kwijt, gaat om en moet zwemmen. De boot spoelt met een noodgang door. In dit water valt er niet veel aan de kant te varen, ik blijf in de buurt en geef heel af en toe een zetje in de hoop de boot uiteindelijk ergens in een keerwater te kunnen parkeren. Vergeefse hoop dus. Uiteindelijk blijft het kreng achter een rotsblok steken.
Met werplijnen takelen we hem eruit. De laatste 500 meter zijn een graad makkelijker en via heerlijke golfpassages varen we uit naar het eindpunt. Een heerlijke dag ten einde. In plaats van de voorspelde 2 uur hebben we er wel 3 uur over gedaan.
Menno