Durance 2001, Woensdag
Woensdag is het canadees-dag Cees wil met z'n open Canadees een keer de Durance af en ook John en Ron willen samen in de Sun Kosi. Het wordt nu logistiek wat complex met vaarders, auto's etc. Voor de eenvoud besluiten we dus maar met z'n allen vanaf de brug bij St. Clement naar Embrun te varen. Zo gezegd, zo gedaan. Op het eerste stuk gaat alles goed. Cees probeert via de binnenbochten zoveel mogelijk grote golfpassages (ja, het is hoog water op de Durance) te ontwijken.
In het keerwater waar Wilma de eerste dag haar Waterloo vond gaat het ook met John en Ron mis. Ze schatten de hoek waaronder het water aan komt zetten niet goed in, alle stroming in een keer vol op de zijkant van de boot en dan is ook de steun van John niet meer genoeg, flots-om! Even later zwemt Ron en eskimoteert John de Sun Kosi. Zo was het ook afgesproken. Even later komt Ron de volgende golfpassage afzwemmen begeleid door John in de Sun Kosi.
Ook het Gat gaat goed, beide Canadezen komen heelhuids in het keerwater aan. Cees weer op safe via de zijkant. John en Ron gaan er vol doorheen!
Wij zijn alweer een stukje verder gedreven en zien nog net in onze ooghoek dat John en Ron willen gaan loopen in het gat met de Sun Kosi, jammer dus, het gat is sterker en daar zwemt Ron weer. John Eskimoteert maar het spatzeil schiet los. Even later kunnen we een onbemande Sun Kosi aan de kant proberen te duwen. %^&$#$% dat is zwaar werk!
Ergens halverwege Embrun gaat het ook met Cees mis. Bij een prachtige zomerse-oefenrots dendert het water vol tegen het gesteente en vormt daar een groot kussen van water. We liggen allemaal in het keerwater ernaast te praten over welke mooie oefeningen we hier in de zomer kunnen doen: achter het rotsblok het keerwater in, rechter doorgang opvaren en dan voorlangs surfen. De canadees van Cees heeft het gehoord! volledig zelfstandig surft het kreng in het keerwater vooruit en begint de hoofdstroom over te steken voor het rotsblok langs (%^&#$% had ik nu maar mijn toestel klaar, waarom waarschuwt die rotboot nu niet even van tevoren?). Even later is het gebeurd, stroom op de zijkant en daar gaat Cees met boot en al half voor het rotsblok ten onder. Het kussen met water voor het blok voorkomt dat het rotsblok geraakt wordt. Cees probeert nog te eskimoteren maar dat had hij beter eerst op vlak water een kunnen gaan oefenen. Er is geen houden aan. Wel knap dat hij het probeert!
'Wat deed je nou?' vragen we even later als hij z'n boot aan het leeggooien is. 'Ik? niets, hij ging gewoon vanzelf!'.
De rest van de tocht vermaken we ons de enorme golfpassages. Dit maak je in de zomer niet mee. Zo is de Durance best te pruimen. Onder de spoorbrug met de onderspoelde wand rechts concentreert iedereen zich blijkbaar zo strak op het aanvaren naar links dat er even later 5 boten liggen te dobberen. Er liggen er bijna meer uit de boot dan erin zitten. Het bergen van de hele zooi in dit denderende water heeft dan ook wel wat voeten in aarde. Paul gaat bij het redden van Teun uiteindelijk zelf ook ten onder. Nog een zwemmer erbij.
Terug in Guillestre gaan we met een paar man nog even naar de bovenloop van de Guil kijken, daar willen we morgen gaan varen om dan de laatste dag af te sluiten met het toetje van de week, de midden Guil vanaf Chateau Queras tot in het stuwmeer.
De bovenloop is vorig jaar compleet 'vernietigd' door enorm hoog water. Het is een grote grijze grintbedding geworden met overal wrakhout en plukjes half ontwortelde bomen. Een bruine stroom water loopt er doorheen. Nee, hier is niets aan. Chateau Queras (de wc-pot) staat hoog dus ook de volgende kloof is voor deze groep niet verantwoord te varen. En wie weet wat daar allemaal gebeurd is met dat hoge water. Op de terugweg bekijken we de midden Guil. De moeilijkste passages (de trappen en de brievenbus) kunnen we wel omdragen. Dus als het vandaag en morgen redelijk droog blijft lijkt de midden Guil voor vrijdag een mooi toetje. De brievenbus is door het hoge water compleet veranderd en een maatje makkelijker geworden.
Menno