Vrijdag 26 mei
Trajekt: Guisane
Waterstand: 3,8m3/s (Monetier-les-Bains)
Vaarders: (Bram, Menno, Erwin, Bart, Rien)(Anke, Gert, Eva, Frank, Laura)
Niet-vaarder: Saskia
Dag 8 was niet mijn sterkste dag, voor de 2e keer in mijn totale kanocarriere van veeeeeeeele jaren was ik een essentieel onderdeel van mijn outfit vergeten, helemaal onderin de zak die al in de auto was meegereden naar het tussenuitstappunt lag nog mijn spatzeil. Dat vaart lastig en wat te nat met deze waterstand. Dus was dit het moment om mijn toekomstige opvolger van mijn passat te testen. Ik mocht in de bolide van Bart een testrondje op de parkeerplaats maken met een hybride passat.
Een automaat die vanzelf reed. Dus ogen dicht en gaan met die banaan!! Het was zeker geen straf om in het zonnetje te genieten van het mooie weer. Gisteren was een regendag met 165 km op de teller van mijn oude beestje met alweer viereneenhalve ton op de teller. Je moet die Batavieren natuurlijk wel bezig houden op zo’n dag. Nee geef mij maar deze dag met lekker weer.
Saskia
Ook voor mij is de dag weer chaotisch begonnen. Op de instap van de guisane ter hoogte van het raftcentrum in les grands bains de monetier pak ik mijn kanotas uit, doe mijn kleren deels aan en gooi de rest in de boot wachtende op het vertrek. Na lekker in de zon te hebben genoten van wat versnaperingen konden we vertrekken. Truitje aan droogpak dicht, spatzeil aan, zwemvest, he zwemvest? Shit niet in de tas dus niet in de boot.
Gelukkig, de mensen van het raftbedrijf waren gelijk bereid mijn dag te redden. Helemaal in mijn nopjes met mijn geleende vest terug naar de boot kwamen we tot de conclusie dat iemand anders vergeten was haar spatzeil uit de auto te halen.
Met wat wringen,trekken en duwen zat haar zwemvest mij als gegoten, dus die andere met veel dank teruggebracht naar het kanobedrijf.
De tocht die op ons programma stond was een prima tocht met een mooie waterstand en lekkere druk. De grote uitdaging is de zogenaamde botenkraker. Deze doet zijn naam best eer aan door de druk en de snelheid van het water een beste stenenbotsbak. Volgende schrijvers hebben hier ongetwijfeld nog spannende verhalen over. Wordt vervolgd.
Rien
Vandaag een 2de kans op de Guisane en vooral de boskloof want deze had ik zondag al overgeslagen ivm een blessure. Met een stuk meer water en dus druk was de rivier een stuk vriendelijker voor de boot en leuker om te varen (lager in stappen hielp ook).
Ook vandaag ging alles zijn gangetje maar toen kwam de botenkraker. Deze keer was ik vastbesloten om deze mooier te varen dan zondag. Een paar keerwaters pakken onderweg naar beneden en een geplande lijn zou mooi zijn.
Het eerste lukte maar bij de lijn ging het mis. Bij de onderste helft zag ik Menno een mooie lijn links langs een rots varen waarvan ik dacht dat kan ik ook. Helaas met wat walsen die mij afremden en te weinig power ging ik links over de steen ipv eromheen en ging ik om, gelukkig met een diepe steun kwam ik weer boven. Maar toen lagen de kleine steentjes daaronder in de weg (eigenlijk zat ik helemaal fout omdat ik de lijn niet haalde) en werd ik dwars gezet en naar een slalom er langs te varen zelfs achterwaarts.
Achterwaarts op de rivier gaat nooit lang goed dus nu ook niet. Ik werd ergens gepakt en ging om. Hier probeerde ik te rollen maar dit lukte niet. (Achteraf hoorde ik dat er nog iemand over mij heen was gevaren.) Met de stenen een voor een op mijn rug en helm zag ik geen mogelijkheid meer om te rollen en trok ik maar mijn spatzeil. Dit gaf iedereen in de groep twijfels of ik nog wel de boskloof zou willen varen, waarop ik maar heb besloten dit niet te doen. Een andere keer weer een kans.
Erwin
Ok, daar gaan we weer. Weer niet zwemmen, wel weer schrijven. Het is bij mij een thema. Maar vandaag ook echt volledig terecht. Ik zal twee lijstjes maken. Een van alle dingen die goed gingen, en een met dingen die niet zo goed gingen. Daar gaan we:
Dingen die goed gingen:
toen ik ging lopen nam ik een werplijn mee
de werplijn kon ik inzetten (of het nodig was, daar twijfel ik zelf over)
Dingen die niet zo goed gingen (deel A):
Toen Erwin ging zwemmen, zijn boot ver doordobberde, Rien doorvoer, en ik alleen overbleef ‘halverwege’ de botenkraker… dacht ik al vrij snel: ik stap wel uit, geen zin om helemaal alleen te varen (je weet nooit wat er gebeurt!). (Grootste fout: vergeten dat er gewoon nog een groep achter me zat, ik had gewoon moeten wachten.)
boot niet duidelijk in het zicht gelegd, dus tweede groep had geen reden om daar te blijven wachten op mij.
Dat valt mee hè? Ja, maar dat was dus deel A. Tijd voor een klein intermezzo van Laura.
Bram
Afgelopen zondag(? ik ben ondertussen kwijt welke dagen we wat hebben gevaren) was ik omgegaan en gaan zwemmen op de botenkraker. Vandaag ging die wel goed. Er was wat meer water en we hadden daarvoor iets minder lang zitten dobberen, wat denk ik hielp.
Onderaan de botenkraker kwamen we Rien in z’n eentje tegen, die in het groepje dat voor ons vaarde zat. Van hem kregen we te horen dat Erwin was gaan zwemmen en Bram ergens was uitgestapt. We nemen Rien mee in ons groepje.
Ergens daarna ging ik om onduidelijke redenen alsnog om. Dit keer had ik onder water wel genoeg ruimte om te rollen en dat ging ook goed, maar bij het boven komen bleek er een struik boven op m’n boot te zijn gesprongen die me weer terug duwde. Aangezien de bodem wel weer erg dichtbij gekomen was, leek me het beter om boven water m’n boot uit de struiken te halen, wat daar ook lukte.
Met m’n boot in de ene hand en de peddel in de andere hand probeerde ik vervolgens zo min mogelijk stenen te raken terwijl ik verder stroomde. Op een gegeven moment komt Anke aanvaren die zegt haar boot vast te pakken, wat in eerste instantie onmogelijk leek zonder drie handen, maar uiteindelijk toch lukte. Met in elke hand een boot en ergens een peddel, was actief meezwemmen vrijwel onmogelijk en was het vooral niet al teveel stenen proberen te raken (heb denk ik wel wat blauwe plekken op m’n kont) en m’n hoofd boven water houden.
Op een gegeven moment krijg ik vaag mee dat Bram aan de kant staat met een werplijn die ik moet proberen te vangen. Aangezien ik nog steeds niet genoeg handen had en snel moest beslissen voordat we de lijn voorbij zijn, laat ik een willekeurige boot los, die m’n eigen bleek te zijn. Toen stond ik dus wel aan de kant met peddel, maar zonder boot. Anke en Gert gingen achter m’n boot aan.
Terwijl ik stroomafwaarts liep kwam ik Menno tegen en zat Erwin ergens naast zijn boot op wat stenen. Verder stroomafwaarts bleek mijn boot tegen een steen geplakt te zitten en proberen Anke en Gert deze los te krijgen. Aangezien dat aan de overkant van de rivier is, loop ik terug om de brug naar de overkant te nemen. Onderweg kom ik Bram en Menno weer tegen die Menno’s boot stroomopwaarts dragen. Bij m’n eigen boot aangekomen blijkt deze zo vast te zitten dat Gert een takel van katrollen maakt waarmee we hem uiteindelijk los krijgen.
We wachten tot Bram en Menno er ook weer aankomen, wat best een tijdje duurt, en varen dan verder tot aan de parkeerplaats voor de boskloof.
Laura
Dingen die niet zo goed gingen (deel B):
Menno was vrij snel overtuigd dat we zijn boot naar boven zouden dragen en samen het laatste deel van de botenkraker zouden varen. Zelf had ik al snel warm, heb dus mijn helm afgedaan en in zijn boot gelegd. Ik zou natuurlijk Menno die tip kunnen hebben gegeven…
ergens in dat proces mijn neusklem verloren (ok, die zat dus eigenlijk niet zo heel vast op m’n helm)
eerder in het proces totaal niet bedenken dat het handig is PRECIES te weten waar ik m’n boot had gelegd. Daarna in volle overtuiging Menno zeggen: mijn boot ligt daar, 20 meter hoger! Menno stapt in en zou op me wachten.
gedurende dit hele verhaal wel 2 keer m’n helm vergeten mee te nemen.
3 keer langs Menno heen en weer lopen op zoek naar m’n boot.
uiteindelijk m’n boot vinden, fluiten ter indicatie, instappen, niet luisteren naar reactie-fluit, niet genoeg geduld hebben om te wachten op Menno, even naar het keerwater aan de overkant denken te varen, die missen, uiteindelijk dus zelf dat hele potentiële gevaarlijke stuk van de botenkraker varen (en dus Menno helemaal voor niks naar boven laten zweten)
Zo, kijk, dat is zeker wél genoeg om te schrijven, toch? (red: zekers!)
Oh ja, Boven-Guisane varen. Ja, dat ging eigenlijk wel lekker! Het grootste deel duwde lekker door maar was niet zoveel aan. Botenkraker was interessant, belangrijk om goed te sturen!
Boskloof
Menno besloot voor mij dat ik de Boskloof wel kon. Tja, heb je dan nog een optie? Dat dan dus maar doen, samen met Bart, Gert en Anke. Korte samenvatting: beetje hetzelfde als gisteren de Bouchet, maar dan veeeel langer, en een stuk groter/breder/meer water.
Het houdt niet op, niet vanzelf, zeg maar. Als ik de verhalen van afgelopen week mocht geloven dan denk ik dat met deze waterstand de stenen minder een probleem waren, maar de walsen werden wel groter. In eentje ben ik volgens mij volledig verdwenen (maar plopte gelukkig weer op).
Ik moest hard aan m’n peddel trekken op genoeg snelheid te houden. Of weer te maken als het ‘plan’ toch niet was wat het dacht dat ik was ;) wel genoeg keerwaters die haalbaar waren. Dat was nodig ook, want ik had meer tijd nodig dan de rest om weer ff op adem te komen.
Verder: vrijwel in het begin kom je de ski-brug tegen met daaronder een lelijke drop. Er zijn vast mensen die het doen, maar hij lijkt goed lelijk met bouwafval en dergelijke. Omlopen dus.
Ohja! Hoogste tijd voor ‘Dingen die niet zo goed gingen (deel C)’.
Dingen die niet zo goed gingen (deel C):
Als je dan moet omlopen, en dus uitstappen, gooi dan niet zomaar je peddel richting Bart om die volledig te missen en hem dan in het water te laten glijden net voor die lelijke drop en het begin van de kloof.
Verderop stond de (nieuwe) stuw verder open dan eerder deze week waardoor de kanogoot droog stond, dus de verplichte uitstap was vandaag wel terecht. Ook omlopen dus.
Anyway, zoals gezegd heb ik niet gezwommen, dus dit hele stukje had volledig niet geschreven hoeven worden als ik gewoon hier en daar een paar seconden langer had nagedacht.
Bram V
Traject: Ubaye
Waterstand: 47 kuub
Aanwezigheidslijstje: Daan, Marije, Bram, Cees, Roy, Tom, Rob en Peter
Het was heel leuk. Heel veel walsen. Het was hard varen, van links en naar rechts en weer naar links. Tom, Rob, Roy, Marije en Daan hebben gerold. Had ik al verteld dat er heel veel walsen waren? Want die waren er echt heel veel.
De pauze was wel echt heel fijn.
Er waren 3 gasten waarvan 2 met full face helm gingen varen. Echt keihard door hoge walsen (die waren er echt veel trouwens). Even laten op het meest lullige stukje rivier. Had 1 zijn boot gepind.
Doei Peter
Wij pakken een ijsje bij het slaloparcours van Argentiere, Erwin leeft zich nog even uit op het water.