Nogmaals de Gorges de Daluis, nu met meer water.
Bekijk ook de film
De 10 kleine negertjes steken hun kop op, eigenlijk hadden we ze gisteren al verwacht, maar door de iets uitgelopen Esteron verkenning zien neger Tom en Rob het niet meer zitten diezelfde avond na het eten te vertrekken. Dat wordt uitgesteld naar donderdagmorgen en Tom, Rob en Hans zetten hun tent dus maar weer op.
Diezelfde avond staan er diverse negers-in-spé op om de volgende morgen naar de Ubaye te gaan en dan deels ook door te reizen. Plannen vliegen in het rond, maar op donderdagmorgen blijkt er nog weinig definitief te zijn en vertrekken alleen Jaivi en Nienke richting het noorden en blijven de potentiele Ubaye gangers toch maar hier. Tom, Rob en Hans zijn intussen ook vertrokken dus we hebben nog 23 batavieren over.
5 batavieren hebben alternatieve doelstellingen voor de dag zodat we met 18 batavieren naar de Var vertrekken.
De rode kloof van Daluis heeft donker grijs water en ziet er niet aanlokkelijk uit, de upside is dat er veel meer water staat dan de eerste keer. De rotsen in de stroom zijn amper zichtbaar, maar zullen ook een stuk minder raakbaar zijn. Ieder nadeel heeft zijn voordeel, toch?
2 groepen zijn al weg en wij, Bram, Erwin, Sanne, Saskia, Nyke en ik, bereiden zich voor. Erwin en Bram krijgen vandaag de lead en gaan ons veilig door de kloof leiden. Het eerste deel is voor de meesten even wennen, het water gaat harder en alles ziet er veel minder lieflijk uit, een grijze slang dendert naar beneden met veel schuim en onverwacht stenen. De koppies staan gespannen.
Pas na de invaart onder de Pont de la Marié zakt de spanning en Bram en Erwin leiden ons naar de pauzeplek onder de waterval.
Daar is Anke al druk op zoek naar de Geocache en Gert naar zijn eerder verloren werplijn. Anke slaagt en vind uiteindelijk het verborgen doosje, Gert zijn werplijn blijft weg.
Vanaf hier is het nog maar een stukje naar de “instortingspassage” en we spreken af dat iedereen deze eerst verkent voordat hij potentieel gevaren wordt. Er staat tenslotte meer water. Ook de aanvaart moet strak gecoördineerd worden omdat er mogelijk veel minder keerwater is bij deze hogere waterstand.
De “approach” van de passage gaat top, Erwin en Bram zorgen dat er door iedereen netjes van keerwater naar keerwater gevaren wordt en zo worden we keurig netjes één voor één in het keerwater voor de passage opgevangen. De eerste groep is al door en zekert het onderste deel af. Ik klim even door om foto’s te maken.
Annelie en Gert van groep 2 laten nog even zien hoe het moet, daarna mogen wij.
Erwin pakt mooi (gepland?) een keerwater na de eerste trap en vaart de rest keurig af. De anderen volgen, iedereen gaat er soepel doorheen.
Na deze passage is de druk van de ketel en iedereen speelt de rivier naar beneden. De kloof wordt lager en opener en gaat over in een bredere grintbedding. Ik besluit overmoedig de laatste kilometer zoveel mogelijk achteruit en zonder peddel naar beneden te dobberen.
In de laatste keienhelling is de bodem mij de baas, een steen gooit me om en met langdurig diep steunen (voor rollen is het te ondiep) kom ik weer boven mijn boot. De rest lacht zich een breuk en de schrijver van de dag is bepaald.
Die avond nog een extra feestje omdat Saskia en ik onze 25-e Alpenweek beleven. Ik zat in mijn hoofd al op 26 keer, maar Bram heeft gelijk (ja Bram, lijst hem in en hang hem boven je bed :-:), naast 1999 en 2014 heb ik ook 2015 gemist omdat ik door mijn werk niet weg kon, dat had ik blijkbaar verdrongen.
Morgen onze laatste dag en dan zit deze 28-e Alpenweek erop.
Groet, Menno