de Ussbach

12 december 2009

Vroeg in de ochtend rijden met ons volgeladen nissan micraatje richting Duitsland. Landkern wordt in de tomtom getoetst en zo rijden we richting Frau Gerullis. Hoe zuidelijker we komen, hoe steiler de hellingen. En dat iets waar ons micraatje moe van wordt. Met een slakkengangetje komen we aan. Daar vinden we een klein huisje vol goedgeluimde Batavieren. Samen met Sven, Eline, Nieke, Rien, Bart, Kees, Teun, Jort, Boy, Hans vertrokken we naar de Ussbach. Voor mij, naast de Erft en Holibu, de eerste ‘echte’afvaart. Na een goede instapplek gevonden te hebben (lees: zonder ver te hoeven lopen), werd een nieuwe trend gespot: de 50+ers hijsen zich massaal in droogpakken! Jort heeft een fancy outfit en lijkt met reuze zwembril op zijn helm op een piloot uit vervlogen tijden, alias uitvinder.

Met dit bonte gezelschap beginnen we rustig keerwaters te pakken. Het water kabbelt. Jort en ik krijgen als beginners een persoonlijke begeleider mee ;-) We leren om scherper keerwaters te pakken, goed uit te varen. Al snel gaat het lekker en zwieren we als een geoliede trein in een cirkel een rond keerwater in en weer uit. Naarmate we verder peddelen liggen er steeds meer bomen. En dus stappen we zo af en toe uit. Eén van de eerste lessen: zorg dat je niet onder een boom doorspoeld. In de takken onder water kun je blijven hangen. En dus vaar ik zodra er een overhangende boom gespot wordt naar de kant.

De Ussbach wordt steeds wilder. In een kloof wordt het verval groter en varen we één voor een moeilijkere passages af. Het gaat prima. Bart laat zich van zijn beste kant zien door met zijn zaag een flinke tak door te zagen die ons de ‘weg’ verspert. Iedereen komt er zonder kleerscheuren langs. Gerold wordt er nauwelijks. Een beetje overmoedig varen we verder. Het begint te schemeren. Eén bocht voor de parkeerplaats gaat het mis.

Terwijl Kees met kramp vastligt op een rots en de enige doorgang verspert, kan ik niet meer uitwijken. Ik bots scheef tegen een boom aan, en word door de stroom gegrepen. Er is geen houden aan. Ik wurm me onder water uit de boot en kom snel weer boven. Grijp peddel en boot, maar het lukt me niet om met beide naar de kant te zwemmen. De boot laat ik gaan, en met mijn peddel stap ik de kant. Dan overkomt Boy hetzelfde. Maar hij weet goed op te kanten en kan zich met behulp van een reddingslijn van Nieke lostrekken zonder om te gaan. Knap gedaan!

Ondertussen staan Sven, Teun, Nieke, Bart en ik op de kant. Om op de oever te komen moet er een muurtje van een meter of 3 beklommen worden. Met een touw en karabiner worden mensen en boten omhoog gehesen. Gelukkig staat de auto dichtbij en wandelen we met de boten richting eindpunt. Daar staan Kees en Hans al met mijn boot op de kant. Bedankt heren!

Teun zorgt ’s avonds voor een heerlijk maal en de groep laat zich heerlijk door hem en frau Gerullis verwennen. De afwas wordt gedaan, natte kleding wordt uitgehangen. Jort en ik rijden door de kou terug naar Nijmegen.