Wildwater weekeinde in de Eifel
3/4/5 januari 2003, Boven Rur, Baybach en bach gevaren
Deelnemers: Mayke, Coen, Hans, Rolph, Paul, Menno en op vrijdag Peter met een grote groep van de HKC en Kees Faber en Bart Pijpers van de NKSV.
Het is rond de jaarwisseling. Peter is met een stel naar de boven Rur geweest. Het was perfect. Ik baal. Ik moet werken. Op mijn werk pols ik de mogelijkheden om vrijdag de 3-e vrij te nemen. Dat gaat lukken. Nu nog vaarders voor een lang weekeinde regelen.
Na flink wat mailen en bellen heb ik het voor elkaar. Het enthousiasme houdt niet over maar we kunnen gaan varen. Vrijdagochtend komt Hans naar de Boven Rur en gaat daarna tot zondagmorgen mee naar de lager gelegen Eifel gebieden. Paul en ik gaan van vrijdag tot en met zondag, Maarten Ducrot komt misschien zaterdagmorgen (als zijn voorhoofdsholteonsteking niet doorzet) en Rick en Franc gaan alleen de vrijdag mee. Die hebben alleen geen vervoer. Dat kan echter weer geregeld worden via Bart Pijpers die ook mee gaat en in Nijmegen woont. Bij de boven Rur treffen we dan nog een flinke HKC ploeg zodat we uiteindelijk met 14 man en vrouw bij het wasbord vlak voor Monschau samen komen. Het water is minder extreem dan ik verwacht, de Rur gaat hard maar is zeker niet zo heftig als we verwacht hadden. 4 vaarders varen het benedenstuk en de overige 10 maken zich op voor vertrek naar Reichenstein, het instappunt voor de bovenloop.
Lees verder het Verslag van onze tocht op de Boven Rur
Hans, Paul en ik vertrekken naar Manderscheid, bij Blankenheim halen we nog snel even een paar sneeuwkettingen voor Hans bij de Duitse gamma. Je weet maar nooit (zie verslag Klein Zwitzerland in 2002)
Bij Manderscheid rijden we nog snel even langs de instapplaats van de Kleine Kyll, daar staat nog meer dan genoeg water, de Kyll staat nog een fractie buiten zijn oevers. Ik heb dan al in mijn hoofd dat we deze rivier voor zondag bewaren (lekker dicht in de buurt) en dat we het morgen wat verderop in de Hunsruck gaan zoeken.
In Manderscheid is bijna alles verlaten. De meeste hotels zijn dicht en de eerste "zimmer frei" waar we aanbellen is nu niet direct het toppunt van gastvrijheid (meine mutti tut einkaufen, kommen sie spter zuruck). Al bijna besloten dat we doorrijden naar Wittlich zien we op een vvv-bord nog een pension vermeld. De "Kupferpfanne". Even later is het geregeld, een kamer voor 3 personen die goedkoper wordt als we zaterdagavond ook nog blijven. Even later zitten we in de bar aan het bier en de Holzfaller steak.
Die avond spreek ik met Coen en Mayke af dat ze morgen om 10.30 uur bij de kerk in Bickenbach staan. We gaan de Baybach varen. Dit moet de mooiste en interessantste wildwater rivier van de Hunsruck zijn.
De Baybach in de Hunsruck
Van Bickenbach, net na de Sontagsmhle (km 17.5), tot (ongeveer) de Franzenmhle.
Mayke en Coen hebben Rolph, een vriend, meegenomen. Die vaart beter dan Coen, zegt Coen, dus dat moet kunnen. Hans zit vandaag niet lekker in zijn vel en Paul heeft een verrekte spier in zijn schouder. Twee auto's en twee chauffeurs. Voor hun is het KA-EL-O-TE-EE, voor ons super-de-lux. Omkleden en direct instappen, de chauffeurs halen ons vanmiddag aan het eindpunt wel op.
Nu nog even een paar vaarafspraken maken, de rivier belooft veel gevaarlijke passages met bomen. Ik vaar altijd voorop, als ik zus doe, dan doen jullie zo etc. etc...
Net na de Sonntagsmhle moet een gevaarlijke brugdoorgang zitten, met twee pijpen van 10 meter lang waar je doorheen moet varen. Die hebben wij niet gezien. Wel een kleine brug doe geheel geblokkeerd was door wrakhout. Daarna zijn we ingestapt. Ik denk dus dat we bij km 16.7 zijn beginnen.
De Baybach is alles wat het boekje beloofd. Sneller dan de Hulle in Belgimet hoog water, meer verval dan de Hulle, veel meer bochten dan de Hulle en... meer bomen dan de Lhomme in Belgi.
Opperste concentratie dus. Iedere bocht die vanuit de boot niet verkend kan worden betekent uitstappen. Daarin worden we een paar keer gelijkgesteld doordat de rivier een paar keer na de bocht vol tempo en zonder keerwaters onder een omgevallen boom doordendert. Een gevaarlijk slootje dus.
Na 1 kilometer komen we bij het eerste verblokte stroomversnellingen (km 16.0) en een lage kloofje met daarin leuke vervallen (km 16.5). Hier kun je schitterend slalom en rodeo varen, walsjes, golven en grote blokken in een laag rotskloofje. Helaas, we hebben geen tijd. Ik weet niet hoe lang we erover gaan doen en om half vijf is het in deze woudkloof al te donker om veilig te varen. Geen risico dus en doorvaren.
Het landschappelijk en wildwater technisch is de rivier hier een absolute topper, hier wil ik in april wel eens een keer varen als alles wat groener is (hoewel? dan kun je de bochten ook minder goed overzien).
Weer een kilometer (km 15.3, achteraf blijken we nu pas 1.4 kilometer gevaren te hebben) hoor ik dat er wat aan komt, het water ruist harder dan normaal. Onverwacht zie ik in de verte de rivier een stukkie lager stromen. Dit is dus de waterval uit het boekje. Hij valt niet echt op. Snel stap ik uit, leg mijn boot op de kant en ga het verval verkennen. De anderen liggen rustig in een hoger keerwater te wachten (denk ik).
De waterval is 4 tot 5 meter hoog en valt bijna loodrecht naar beneden. Volgens het boekje zit er een rotsrichel onder water. Ik zie inderdaad een paar heel verdachte paddestoelen. Ook kun je achter de waterval komen. Met een goede boof moet het wel lukken, als je maar een platte kontsmakker maakt. Zo niet...
Maar ja, wie gaat mij daar uit halen als het toch fout gaat? Via de overkant kun je via een watervalletje van 2 meter en een keienhelling daarna om de waterval heen varen. Laten we dat maar doen.
Ik wil terug lopen naar mijn boot en zie Mayke doodgemoedereerd op de waterval aan komen varen. PANIEK, BRUL, SPRINT, 5 meter voor het verval trek ik Mayke, een tintje bleker, snel de kant op. "Ik zag je niet en dacht, dan vaar ik door".
Van de schrik bekomen bekijken Rolph en Coen het verval aan de zijkant en staan klaar met mijn digi als ik voorvaar. De boof zit goed en plat land ik in de poel. Chips, er zitten toch wel erg veel blokken onder water, je moet moeite doen om niet terug gezogen te worden onder het verval. Even later hobbel ik het keien hellinkje af. De foto is niet gelukt (snik).
Rolph volgt, spring zijdeling van het verval af en wordt prompt onderin het verval getrokken. Om, rollen en hij is eruit. Na wat geworstel met de stroming vaart/valt hij het volgende trapje af.
Coen heeft goed gekeken en vaart volgens het boekje de twee trappen af.
We varen weer een kilometer verder over deze kronkelende bomen-sloot. Voor mij doemt een versmalling in de rivier op, de wanden van de kloof komen dicht bij elkaar. Het kloofje van de Baybach dient zich aan (km 14.4).
SHIT! In de invaart ligt een forse boom. Ik kan er onderdoor maar niet zonder rol en erachter ligt weer een volgend verval. Dat gaan we vandaag dus niet doen. Dan maar omdragen, desnoods de hele kloof.
De weg loopt zo'n 20 meter hoger boven langs de kloof. Via het pad kunnen we hem helemaal verkennen, er zitten 5 trapjes is en een nauwe doorgang van 2 meter breed met een meter verval. Het water perst zich daar met forse snelheid doorheen, een mini bobbaan langs de iets overhellende rotswanden. De hele kloof is verder vrij van bomen )-;)
Dit is een zonde. Dit moet gevaren worden. We besluiten de boten direct na het eerste verval in de kloof ab-te-seilen en daar een instappunt te zoeken op een van de rotsblokken die daar uit de kant steken. Dit is leuk, het lijkt wel alsof we in de Alpen zijn (-;)
Zo gezegd, zo gedaan, een half uurtje later varen we door de bobbaan heen. Top, wat een schitterende sloot!
Weer 500 meter verder (km 13.8) verdwijnt de rivier weer 3 meter naar beneden, een stuw met een redelijk zog, maar hier geen duidelijke paddo's in het onderwater. Gas geven en boofen dus. Rolph vaart hem ook. Mayke en Coen dragen om.
Op een gegeven moment zie ik bovenaan de berghelling een gebouw, gelukkig, dat zal wel vlak bij het eindpunt zijn. Dan herinner ik mij pas de rivierbeschrijving. Snel haal ik hem nog even uit mijn waterdichte zak (een aanrader voor zo'n rivier: 1 A4-tje meenemen met aan de ene kant de kaart van het gebied en aan de andere kant de rivierbeschrijving afgedrukt). Dit moet de rune Waldeck zijn op km 10.0. Oeps, dan hebben we nog 6 kilometer te varen voordat we bij de weg komen. Het is nu 3 uur. Dat wordt dus krap.
Bij een onoverzichtelijke bocht moet weer een lastige boomstam gepasseerd worden, ik voorop, het past precies. Ik draai de boot en kijk hoe de anderen het er vanaf brengen. Coen lijkt in de problemen te komen, ik kijk gespannen toe en zit zelf niet op te letten. Ik hoor iets achter me...
Gadver! een boomstam half onder water en ik lig er achterstevoren voor. Nu nog draaien en vaart maken is een hopeloze zaak, dan maar achteruit, lang leven de achteruitvaar-training. Ik red het en kan even de anderen op de boom wijzen zodat zij hem normaal en op tempo kunnen aanvaren.
Die bomen beginnen nu toch wel heel vervelend te worden, we zijn er nu toch al meer dan 10 keer uit geweest om een of meer bomen om te dragen, ik zelfs nog meer, alleen om te verkennen.
Rolph, Coen en Mayke liggen nu voor mij in het keerwater, het volgende stuk ziet er redelijk rechttoe-rechtaan uit. "Vaar maar verder nar het volgende keerwater" zeg ik. Dat doen ze. Ik kom er achteraan. Om de volgende bocht zie ik Rolph zijn Dagger infrared achterover gepint tegen een boom staan. Hij heeft een boom net boven de wateroppervlakte te laat gezien en zijn poging er overheen te komen is mislukt. De achterpunt is gegrepen en staat vat in de bodem. De boot wordt zijdelings onder de boom gedrukt. Rolph kan zich amper met zijn peddel overeind houden (goede reclame voor de Double Dutch peddels, die kunnen hier tegen, Robson peddels hadden dit niet overleefd (zie verslag van de Nims). Coen kan de boot stabiliseren en Rolph helpen uit te stappen. Met een lijn halen we even later de boot eruit.
Ik merk ook dat de ploeg moe begint te worden, Rolph heeft zulke koude handen dat hij bij het hozen zijn boot in de rivier laat vallen en Mayke vaart de wat moeilijkere boom-passages minder nauwkeurig. Dat gaat meer net goed.
Het is nu kwart over vier, het gaat echt schemeren in deze woudkloof. De rivier begint weer te denderen, alweer eruit om te verkennen. Over 50 meter (voor mijn gevoel langer, 100 meter) dendert de Baybach door een kloofachtig stuk via een aantal bochten en vervallen een flink eind naar beneden (km 9.6). Het geheel benadert hier naar mijn idee het WW IV niveau. Her en der liggen wat stukken boom verspreid die het geheel nog wat avontuurlijker maken. Mayke draagt om en wij varen de passage af. Lekker knallen. Onderaan ga ik terug om foto's te maken. Zoals je ziet was er toen al te weinig licht om nog een goed beeld te krijgen van deze passage.
Snel gaan we verder. Aan het einde van de kloof heb ik een andere kanor in zien stappen. Die zal dit hele stuk toch niet alleen aan het varen zijn? Of zijn we er bijna en vaart hij alleen maar even dit leuke stuk af?
Nee hoor, er zit werkelijk een groep van 3 Duitse kanors voor ons. Zij zijn druk bezig met het bergen van een boot als wij voorbij komen. De boot zit vast onder een grote boom die weer heel tactisch achter een bocht zit. De boot komt los en spoelt in zijn uppie verder. Ik bekijk de passage even en pak een doorgang helemaal links. totaal geen probleem. Rolph volgt, dat ziet er al wat minder netjes uit. Dan Mayke, ze heeft nog maar zo weinig energie over dat de boom passage compleet verkeerd wordt aangevaren met als gevolg: Mayke zwemmen, boot spoelen en peddel spoelen.
Rolph pakt de peddel, ik de boot. Even later halen we Mayke met een lijntje naar de overkant. Ook nog even een van de Duitsers zonder boot met een lijntje geholpen.
Het is nu bijna 5 uur. Mayke besluit dat ze echt niet meer verder kan. We besluiten dan ook maar met z'n allen te stoppen. Boten aan de cowtail en lopen maar. Nu verder varen is niet meer verantwoord. Je kunt de boom passages niet goed meer inschatten.
We halen de boten met de werplijn naar boven naar het pad (dat loopt gelukkig helemaal door de kloof heen).
500 meter verder komen we bij een boerderij waar Paul ons met de auto staat op te wachten. Dat is puur mazzel want later blijkt dat het nog minimaal 3 kilometer verder is naar ons geplande uitstappunt. Ik gok erop dat we bij km 7.0 gestopt zijn. Even later komt Hans ook aanrijden, hij was boven langs aan het kijken of hij ons kon vinden. Dat kun je bij deze rivier dus vergeten, je komt de kloof niet in met een auto. Terug lopend vanuit het eindpunt kom je echter heel ver, minimaal tot halverwege de hele kloof. Ik denk dat het pad, nu op sommige plekken weggeslagen door het hoge water (+1 meter) van de dagen daarvoor, helemaal doorloopt tot aan het instappunt.
Samenvatting: 10 kilometer gevaren in 5.5 uur (geen echte pauze gehouden). Circa 25 bomen omgedragen en nog 10 keer extra eruit geweest om te verkennen. Het was alle moeite voor 200% waard. Landschappelijk het mooiste wat ik ooit in de nabijheid van Nederland heb gevaren. Wildwater technisch: WW II-IV (bij boven gemiddelde waterstand).
Advies: vroeg beginnen, kleine groepjes van maximaal 5 personen, alleen gevorderde vaarders meenemen en geen tijd verspillen met spelen. Als je in april vaart heb je uiteraard 2 tot 3 uur extra de tijd.
De Ussbach
DE Ahr staat op 90 cm en bij de kleine KLyll, net naast Manderscheid aangekomen staat deze naar onze zin al te laag. We rijden door naar de bach, die moet bij deze peilschaal stand nog goed water hebben.
Laten we eerst de bach bij Bad Bertrich maar eens in het dorp verkennen, daar zitten wat stevige passages en misschien hebben we dan wel geen zin meer (-;)
Gatverdamme wat is het koud. Wie gaat er nu uit vrije wil varen? Het is zeker een graad of 6 onder nul.
Het dorp heeft inderdaad een aantal verrassingen voor ons in petto. Eerst door een tunnel van 50 meter lang. Onder de parkeergarage van Bad Betrich door. Pikkedonker en niet te verkennen. Eenmaal de tunnel uit kom je voor een stuw van een meter of 3 uit die je ook niet kunt verkennen (volgens de overlevering via een raampje in een modewinkel, die is echter dicht). Aan het einde van het dorp dendert het hele zootje via een aantal trappen 6 meter naar beneden. Hier kun je perfect de linker kant van je boot wat afvlakken aan de muur.
De vaarploeg heeft het al bekeken: Dit stuk dus niet. Na alle bomen van gisteren willen we zeker weten dat er met het hoge water van de afgelopen dagen geen hout in de tunnel of onder in de stuw is vast komen te zitten.
We besluiten bij de Elfenmhle boven het dorp uit te stappen. Mayke besluit vandaag voor chauffeur te spelen, de Baybach zit nog in haar benen. We rijden naar boven, naar de wegbrug tussen Lutzerath en Oberscheidweiler (km 21). Kleden daar om in de diepe vrieskou, bikken het ijs en de sneeuw uit onze boten en stappen in.
We maken maar een enkele afspraak: niet spelen en doen wie het snelst beneden is. Het eerste uur heb ik nog diepgevroren handen en kan geen camera bedienen. De bach stroom hier rap en zonder noemenswaardige problemen (WW II met heel af en toe en plusje) naar beneden. Er zit een enkel stuwtje in en diverse leuke surfgolven en oefenwalzen. Helaas, het is veel te koud om de haren nat te maken. We peddelen stug door in een schitterende ruime woudkloof waar ook regelmatig steile rotspartijen voorkomen. Ook nu weer een landschap dat duidelijk boven de Ardennen uitstijgt.
Het is een verademing t.o.v. de Baybach, iedere bocht is ruim van tevoren in te zien en we hoeven slechts twee keer een boom over te dragen. Er ligt er nog wel zo af en toe eentje net onder de wateroppervlakte dus bij een wat lagere waterstand kan het aantal omdragingen iets oplopen.
De eerste 10 kilometer leggen we zo in 90 minuten af. Dan begint het mooiste deel van de tocht, de wanden worden steiler en rotsachtiger en de rivier valt over een aantal interessante speelversnellingen naar beneden. Was het eerste stuk nog iets wat je met een gevorderde beginner af zou gaan varen, hier is het water weer net een maatje te moeilijk en zwemmen in dit klovige stuk is geen pretje. Een boot bergen is hier knap lastig.
Omdat de handen wat meer ontdooid zijn wordt hier toch maar de camera ter hand genomen om in ieder geval nog iets van de bach vast te leggen.
Mijn conclusie: bach moet je varen boven de 80 cm op Ahr-Musch en bij 100 cm en hoger wordt hij heel erg leuk maar niets voor beginners, daarvoor weer duidelijk te moeilijk. Wel een lekker ruime rivier op dit stuk.
KKKKKKKOOOOOOOUUUUUUUDDDDDDDD!!!!!!!!!
Meer informatie over de Eifel en de Hunsruckruck
Menno