Trôs Marets 20071207
Maandag 3 december, de Ardennen zijn al knap nat en de voorspellingen voor de rest van de week zien er goed uit. Komend weekeinde is het fameuze "Hanzen weekeinde" de test in flexibiliteit, creativiteit en weerbaarheid. Ik wil mee, maar heb een afspraak staan op zondag en die ga ik niet afzeggen, dat kost namelijk teveel punten.
Wat dan? als er echt water komt, dan wil ik toch echt varen en niet voor een dagje op en neer. Op m'n werk bekijk ik de voortgang van een kritisch project eens wat nuchterder en zie "opeens" in dat iedereen misbaar is. Ik dus ook.
Ik doe een post op het Nirjhara messageboard en al snel reageert Bruno dat hij ook vrijdag en zaterdag zou kunnen gaan varen. Dat is dus geregeld.
Donderdagavond gaan alle peilschalen flink omhoog en spreek met Bruno, Gert en Wim af aan het uitstappunt van de boven Hoegne in de hoop om daar een dusdanig hoge waterstand aan te treffen (90 cm +) dat we de Trôs Marets (Rivierbeschrijving) kunnen gaan varen.
De Trôs Marets is het kleine, maar steilere en heftigere broertje van de Hoegne (de Cascatelles op de Hoegne uitgezonderd, wat dat is wel het wildste van de heel België).
Vanuit hetzelfde brongebied op de hoge Venen stroomt de Trôs Marets als een smalle raket naar het zuiden richting de Warche. Deze beek staat bekend om z'n diepe (25 meter) kloof met serieuze drops en slides van 2 tot 4 meter (uiteraard geen alpen kloof, maar toch!). De rivier is dit najaar voor het eerst opgenomen in het Derogatie regelement en mag bij een waterstand boven de 70 cm op de Hoegne bevaren worden. Bevaarbaar is hij echter pas rond de 90 cm en veel hoger moet hij dan ook weer niet zijn.
Gert en ik treffen ons eerst aan de Hoegne bij passerelle de Bellehé (of Belleheid), die staat op 90 cm. We gaan even een bakkie doen. Tijdens een bakkie en een bord soep voor Gert belt Bruno met de mededeling dat hij direct door gaat naar het instappunt van de Trôs Marets, zo, die heeft er zin in, zal het nu dan toch gaan gebeuren?
Op het instappunt bij de wegbrug tussen Hockai en Xhoffraix staan Wim en Bruno al in hun wetsuit te trappelen bij de rivier. snel kleden we ons om en rijden de auto's naar beneden. Na een stuk over de Hoge Venen te hebben gecrosst duiken we opeens rechtsaf het dal in en na 1.5 kilometer stevige haarspelden zijn we opeens onderaan bij het uitstappunt. Hallo, dat ging wel heel steil naar beneden en dit is ook alweer het uitstappunt. Hoe steil is dat beekje wel niet helemaal? Nou, 160 meter verval over 3 kilometer wordt mij verteld. Oeps, dat is 50 promille, dat is inderdaad een stuk steiler dan de Hoegne en ook steiler dan veel rivieren in de Alpen.
Bruno voorop, Gert er achteraan, dan Wim en ik sluit de rij. we gaan proberen serieus veel afstand te houden.
De beek is in het begin nog niet zo heel verblokt, maar na de eerste 100 meter ook niet breder meer dan 3-4 meter. Het tempo ligt hoog en na een paar honderd meter kom ik Gert alweer tegen, vlak boven de eerste slide, hij zit half op de kant, half in het water, houdt z'n boot vast, althans dat probeert hij.
Wim ging er uiteindelijk ook niet zo heel netjes vanaf (-;)
Ik kan hier helemaal niets en raas voorbij, duik de slide af, die met een schuine plaat naar links afloopt in de richting van de wand.
Ik ben blij met m'n elleboogbeschermers maar toucheer de wand slechts licht en land netjes in de poel waar Bruno en Wim wachten.
Dan doet Gert z'n boot een solo afdaling en kunnen wij in de achtervolging.
Uiteindelijk kan Wim, vooruit gevaren, uitgestapt de boot op de kant krijgen. Dit viel nog mee. Gelukkig is de Trôs Marets hier nog relatief vlak open en niet verblokt (met uitzondering van die eerste slide dan, die zat qua hoogteverschil toch wel weer op een hele royale 2 meter).
De beek jaagt nu door een Dennenbos, de bomen staan tot vlak aan de rand en laten zo een nauwe gang van 2-3 meter vrij. Gelukkig vind ik nog een flink rotsblok middenin met keerwater om een van de weinige foto's vanaf het water te maken, het gaat gewoon te snel.
Ik besluit om de mouthcam te gaan gebruiken en film het volgende deel. Dat is precies het meest verblokte deel van de Trôs Marets. Stel je voor een smalle goot van 3-4 meter breed die in een razend tempo tussen blokken naar beneden dendert. Dit is toch wel een volle klasse IV hoor.
Enigszins buiten adem kom ik na de laatste afsluitende drops aan in het keerwater bij Bruno. "En met camera!" roep ik met een grote grijn op mijn gezicht naar hem. Het volgende traject is iets rustiger maar nog steeds razend snel met weinig keerwaters.
Vlak voor een bruggetje zijn Bruno en Wim al uit de boot om ons te behoeden voor een boom die vlak boven de wateroppervlakte ligt te loeren.
Hiervandaan is het maar een paar honderd meter lopen naar de kloof en we steken het bruggetje over om via het pad op de linker oever dit unieke deel te gaan aanschouwen.
We stijgen snel en al gauw staan we inderdaad zo'n 20 meter boven de rivier naar beneden te staren naar een mix van veenbruin water en lichtbruin schuim dat in één lang denderend spoor onder ons voorbij trekt.
Zo van boven lijkt het verval nog zo heel groot. Tot je wat verder naar beneden klimt en omhoog kijkt naar het eerste verval. Die is toch best wel hoog en ook zeker geen cleane drop recht naar beneden...
We lopen de hele kloof op en af, er zitten geen bomen overdwars, de weg is vrij voor het grote avontuur.
Gert heeft z'n bedenkingen en schoudert uiteindelijk zijn boot. Wim kijkt wat zenuwachtig maar voordat hij nog kan overleggen met Bruno is deze al op weg. Het is nu ieder voor zich, in de kloof kunnen we elkaar toch niet helpen, eenmaal erin is er eigenlijk maar één mogelijkheid: stroomaf.
Ik steek Wim wat bemoedigende woorden onder z'n vest en hij herpakt zich en vertrekt.
De vervallen zijn toch wel stevig, Bruno is er in eentje vol ge-backloopt en bij de tweede (of was het de derde) zit al een flink zog. Het geheel gaat razendsnel voorbij, drop volgt op drop, alles gaat goed en even later heb ik een keerwater te pakken aan het einde van de verval passage.
Met een grote grijns komt ook Wim uit het laatste verval opduiken. Helemaal content dat hij toch doorgezet heeft.
Ook Bruno heeft een grijns van oor tot oor.
Bruno vertelt me nog even dat er een must-do drop van een meter of vier aan het einde van de kloof op ons wacht. Een verassingstoetje. Wim is echter niet op de hoogte...
We vertrekken weer, Bruno voorop, dan Wim en ik sluit de rij. Gert heeft langs de kant wat foto's gemaakt en vervolgt zijn weg boven over het pad.
Opeens zie ik Wim langs de kant liggen in een keerwater (ja, ja, ze waren er zo af en toe wel). Wat ongerust zit hij stroomaf te kijken, de rivier versmalt en verdwijnt compleet zonder dat we kunnen zien waar naartoe. Bruno is nergens te zien en uitstappen om te verkennen is ook niet makkelijk.
Ik herinner me de woorden van Bruno nog over die laatste verrassingsdrop en kreun langs de mouthcam "gewoon gaan" en draai het keerwater uit en geef gas. In de versmalling wordt je als het ware eerst even wat omhoog gedrukt waarna je middendoor over een soort kussen schiet die als een soort springschans werkt, een auto-boof. Ik kom dan ook royaal voorbij het keerzog naar beneden. De klap is redelijk hard in m'n rug (toch iets te plat dek ik) en het water perst de camera uit m'n bakkes. Enigszins verbouwereerd komt ook Wim naar beneden gedoken.
De rivier blijft met een enorm tempo door denderen met redelijk stevige passages. Bruno waarschuwt nog voor een flink verblokt stuk met een afsluitende trap van een meter met een redelijk zog.
Nou dat klopt, de trapjes met walsen, golven en verblokking volgen kort op elkaar en opeens is daar die trap van een meter. Even later terugkijken constateer ik dat ik nog geeneens boven die trap uit zou kunnen kijken als ik er naast stond, een dikke 2 meter dus Bruno!
Gert raakt zijn boot nog een keer kwijt maar met een beetje mazzel en de hulp van wat bomen kan deze gered worden.
Vlak voor het einde volgt nog een mooi rotskanaal met flink verval in een bocht naar links maar dat levert na de eerdere oefeningen totaal geen probleem meer op.
Er volgen nog diverse mooi passages maar overall wordt de rivier wel wat makkelijker.
uiteindelijk komen we 3 km verder en 160 meter lager bij het uitstappunt aan. We hebben dik 2 uur gevaren. Op naar de boven Hoegne!
Menno
Traject:zie Rivierbeschrijving van de Trôs Marets
Waterstand: 90 cm op de Hoegne, dalend naar 80 cm. 90 cm stijgend zal ook nog gaan maar moet toch niet heel veel hoger worden. Dan wordt de Trôs Marets gevaarlijk.
Moeilijkheidsgraad: WW IV bij deze waterstand.
Bomen: op dit moment weinig, we moesten er 2 keer uit. Maar pas op, dat verandert met de dag en kan in z'n rivier echt levensgevaarlijk zijn. Op sommige plekken kun je absoluut niet stoppen. Alle vervallen MOET je vooraf verkennen, ook de verblokte passage in het begin.