De Wieden 28 augustus 2009
Naast het jeugdhonk van Belt-Schutsloot laten we de vijf zeekayaks het water in glijden. Instappen vergt enige lenigheid. Met Johan plat op zijn buik op de kant om de boot vast te houden, is het instappen zo gepiept. En weg varen we, de zon tegemoet. De route begint prachtig. Rietkragen, Hollandse wolkenluchten, een molentje en veel bloeiende waterlelies. De zwart witte koeien maken het plaatje compleet. Deze tocht is voor Albert en Nienke de eerste vlakwatertocht van de Batavier, en Dick weet zijn enthousiasme goed over te brengen. Samen met Jan geeft hij peddeltips. Als we na een tijdje de slag te pakken hebben glijden onze kano’s in een rechte lijn door beschutte meertjes en kreken.
Na een paar minuten peddelen vallen de eerste druppels. De regen gaat over in hagel, en Johan besluit in het riet te gaan schuilen. Zo zonder anorak is hij in korte tijd doorweekt. Ook Albert houdt het in zijn leen-anorak niet droog. Gelukkig komt de zon snel weer tevoorschijn, en vervolgen we onze route. Natuurmonumenten heet ons via oranje bordjes in het water hartelijk welkom. Soms staat er een pijl bij, die ons de weg wijst. Smalle waterwegen langs hoge rietkragen worden afgewisseld door uitzicht over ‘gesneden’ rietvelden. Zwanengezinnen wonen in kleine waterleliemeertjes. Moederzwaan blaast als ik te dichtbij kom. Johan herkent een klein plantje met stekelige bladen, dat alleen in schoon water groeit, en Jan pakt er eentje uit en laat het mij en Albert zien.
Langs de oever van een kanaal pakken zo’n tien vissers hun boeltje in. Zou het een wedstrijd zijn geweest? Aan hun gezichten kan de winnaar niet herkend worden. Wij varen twee heren in een Canadees voorbij met twee honden aan boord. Niet lang daarna slaan we een smalle watergang in. We passeren een aanlegsteiger met bankje, maar besluiten door te varen. Na ruim een half uur varen blijkt dat we een rondje gemaakt hebben, en komen opnieuw daar aan. Ditmaal stappen we uit, en laten de lunch goed smaken. Met een volle buik, zetten we koers naar open water. Maar niet voordat Dick het wegvaar-tafereel op camera vast heeft gelegd. En dat net nadat ik de weggewaaide zitflap van Johan uit het water gevist heb en in het riet lig.
Nu staat het ruigere vaarwerk te wachten. Er staat flink veel wind op de Beulakerwijde. De kenners schatten het op windkracht 4 a 5. In elk geval genoeg om kleine schuimkoppen op de golven te blazen. Met de wind en golfslag schuin in onze rug surfen we van golf naar golf. Ik geniet. Al hou ik met moeite mijn boot op koers.
Als we weer het rietland induiken, komen we een palingvisser tegen die zijn netten repareert. De vangst is prima. Nu de otter weer in de Wieden leeft, moeten zijn netten van metalen gaas zijn. Met ijzergaren en naald repareert hij de schade die deze beestjes toegebracht hebben.
Om deze schitterende tocht waardig af te sluiten, geeft moeder natuur ons wederom een verfrissende douche. Deze tocht smaakt naar meer!
Nienke Heij