Italiaans boten bergen

Een mooi verhaal over hoe boten bergen niet moet

Vrijdagmiddag 10 augustus. We hebben net een stevige mountainbike toch erop zitten die uiteindelijk bij het stuwmeer van de Guil eindigt. We weten dat Bart-Jan van Konijnenburg met de Stip Yaks gevorderde groep (Riviere Sauvage, Alpenstress, Torrente Alpestra, iedereen heeft er wel een andere naam voor) de midden-Guil vaart. Laten we maar even kijken of we ze nog kunnen zien varen.

Bij de vroegere brievenbus (totaal weggespoeld en veranderd, nu WW IV-V, afhankelijk van de waterstand) komen we ze tegen. De stipyaks cursisten die de brievenbus varen doen het netjes en gecontroleerd. Daarna zien we nog een groepje Italianen erdoor komen, dat gaat al heel wat minder goed. De veiligheidsposten met werplijn worden op nutteloze plaatsen neergezet en er zit geen een vaarder achter de passage met een boot te wachten (om losse onderdelen op te rapen). De vaarleider vaart de passage als een krant, wordt vol achterover geloopt, vlak langs een groot rotsblok, hij raakt gelukkig niets. Uiteindelijk krijgt hij een complimenterend "thumbs up" van zijn collega's. Die begrijpen duidelijk niet dat dit niet de manier is! Ik houdt mijn hart vast voor het resterende deel van de midden-Guil.

Les 1: Middenin een snelstromende heftige passage heeft een werplijn weinig nut!

Les 2: Moeilijke passages zonder een rustige poel met water erachter altijd met een boot erbij afzekeren!

En ja hoor, nog geen 50 meter laten komen we even later een van de groepsleden tegen, op een richeltje van 20 cm breed en 2 meter lang in een loodrechte wand in een buitenbocht van de Guil. Daar heeft hij zich na een zwempartij op een mirakelse wijze kunnen positioneren, met boot en peddel.

Ik probeer hem en zijn vaarmaat die aan de overkant staat te gebaren nog duidelijk te maken dat bootje oversurfen naar de overkant en er achteraan wemmen echt de beste oplossing is. Nee hoor, de man hecht aan zijn boot. Hij wil per se vanaf dat richeltje (let wel, buitenbocht, dus al dat water staat er in te drukken) netjes met een peddelbrug instappen, zeiltje dicht en verder varen.

Circa 10 pogingen en 15 minuten gaan voorbij. Mirakel, mirakel, met een wanhoopssprong komt hij uiteindelijk toch in zijn Topolino terecht en weet, dan wel zonder spatzeil, de overkant te halen. Mijn complimenten, ik hield het echt voor onmogelijk.

Na dit ultieme kijkgenot fietsen we verder stroomafwaarts en komen even later het volgende tafereel tegen:

Een groepje van 4 Italianen probeert samen een vastgelopen kano voor een rotsblok weg te krijgen. De extra vaarders die je ziet horen bij de Stipyaks groep. Bart-Jan heeft nog hulp aangeboden maar dat was niet nodig. Ze zijn toen maar doorgevaren.

Beste oplossing voor deze boot leek mij: twee man in boot erachter posteren, kano lostrappen en door de vaarders laten bergen.

Les 3: Niet te lang hannesen met moeilijke reddingslijn operaties. Het is maar een boot, lostrappen en een van de volgende keerwaters invaren.

De Italianen hadden anders besloten, deze boot moest en zou met werplijn geborgen worden. Dik een kwartier was de man op het rotsblok bezig om een werplijn aan voor of achterpunt te bevestigen. Dat lukte niet. Op een gegeven moment hadden ze zelfs twee werplijnen tegelijk in gebruik waarbij deze regelmatig met elkaar in de knoop raakten. "Dat wordt nog lachen als die andere groep er straks doorheen moet", denk ik nog.

Dit vroeg om een nieuw list: De eigenaar van de vastgelopen boot werd met een werplijn over de schouder en onder de oksel door (ja ja, nog net niet strak om het nekkie!) stroomopwaarts te water gelaten zodat hij de boot met een andere werplijn kon aanhaken.

Dat lukte dus niet! De man spoelt onder voor of achterpunt door, het touw komt op spanning en trekt hem onder water, het daardoor ontstane zuurstofgebrek werd gecompleteerd door de strak aangetrokken oksel-schouder sjorring. Gelukkig liet zijn maatje de lijn vieren. 

Les 4: Nooit aan een werplijn in snelstromend water gaan zwemmen als je deze , als hij onder spanning komt te staan, niet meer zelfstandig kan losmaken. En al helemaal niet diagonaal om oksel-schouder.

Daar zitten ze dan met z'n tween op het rotsblok. De een houdt de ander bij de enkels vast en nog steeds zijn ze niet in staat de boot aan te lijnen. We zijn nu circa een half uur verder. Op de kant hadden we geld kunnen verdienen met een ijscokar. "Moet je opletten" zeg ik tegen Saskia, "straks laten ze die boot per ongeluk nog schieten ook".

 

En ja hoor! Daar komt een lid van de andere groep aan zwemmen, zijn boot is hem vooruit en knalt tegen de vastgelopen boot aan. Even later spoelen zwemmer, zijn boot en de boot waar al dit rumoer om was ontstaan, vrolijk verder de Guil af, de ijverige botenredders vertwijfeld achterlatend op het rotsblok. Geen mooier vermaak dan leedvermaak, de kijkers boven aan de kant liggen dubbel.

De vaarleider van de tweede groep, die ene die bovenin bij de brievenbus achterover geloopt was, gaat vol bravoure in zijn eentje achter de boten aan. "Dit wil ik zien", ik fiets langs de kant mee. Even later zie ik een stevige passage aankomen. "Hopelijk gaat hij daar gecordineerd vanaf!"

Ja hoor, even later zie ik boot en vaarder overdwars in een stevig stukkie wals tollen. Hij gaat een keertje of drie rond. Boot en vaarder verlaten de wals gescheiden.

Uiteindelijk kwam het hele botenspul en vaarders (uiteindelijk, vlak voor het stuwmeer) veilig aan de kant.

Les 5: Niet alleen achter een boot aan gaan op dit soort wildwater, het is maar een boot!

Het was mooi weer, de Guil stond niet super hoog en er zaten weinig tot geen boomstammen in. Toch zit een ongeluk in een heel klein hoekje. Zeker op rivieren van het kaliber als de midden-Guil.

Duidelijk is wel dat het oefenen met werplijnen, ermee gooien, slepen, zwemmen, het bergen van mensen en boten nooit te weinig geoefend kan worden. Deze Italianen zullen de theorie best wel gehad hebben. Op het moment dat het echter echt nodig is, onder spanning, worden alle basisfouten op elkaar gestapeld. Dat risico verklein je alleen maar door in de praktijk te oefenen!

ik en mijn boot, gezellig!

 

Menno