Natuurlijk was het expres, om eens te kijken hoe de Bataafse reddingsskills in de praktijk zouden werken. Met dat masterplan was ik om negen uur op goede vrijdag op ons clubhuis aangekomen om "ye olde Finkenmeister" weer eens uit het stof te trekken voor een tripje stromend water.
Jaivi
Hans, de kersverse pensionado en molenaar to-be, stapte in bij Menno en Sas, Jaivi sprong aan boord bij mij. Een ritje "zen" achter Saskia aan naar de Bovenroer. Niet harder dan 100, klankschalen, walvisgeluiden en de sitar brachten ons in de juiste stemming om aan het einde van het seizoen nog eens een tripje boven Roer te doen. Voordeel: niet fout rijden, nadeel, het brood en de koffie waren al op toen we aankwamen. (red: "Als ik gas geef blijft Cees niet bij, hij zal wel stalorders gekregen hebben van Jantien, ok, dan rijden we wel 100" )
Sfia in actie
Water stond op een keurig 60 cm (red: 38) bij de brug van Reichenstein en in het dorp Monschau bleek Zur Stern op 95 cm (red: ech nie, 60 cm peilschaal Monschau) te staan.
Bovenste stuk was aan de lage kant. Niet te veel druk, dus de nieuwelingen die Nyke had meegenomen, konden rustig aan het water wennen. Ook ik was wat roestig en had dus tijd mij een beetje in te werken om het plan tot in de puntjes uit te voeren. De eerste brug (links houden) en de bospassage gingen prima, het zonnetje scheen en er lag weinig hout in de sloot. Het leven lachte ons toe. Er waren verder geen WW vaarders, noch uit Belgie, noch landgenoten noch uit Duitsland. Lekker oefenen in de keerwatertjes die allemaal wel een fijne steen hadden om even dat tikje te geven waardoor je reflexen weer op orde kwamen. Wat is de boven-Roer toch een fijne oefensloot. Sfia en Roderick, die nog niet veel WW kilometers gemaakt hadden doken er in als jonge honden en Hans en Menno konden hun rol als senior en mentor ook goed oefenen. Zodat Saskia en Nyke ook een leuke vaardag hadden.
Voor het wasbord er uit om even een stukje Perlbach te pakken. Je loopt tien minuten naar boven en bent in 20 seconden weer op het kruispunt met de Rur. Daarna rechtsaf richting Molenstuw en dorp. Lekker spelen waar mogelijk, mooie waterstand en hier raakte je minder stenen. Ik hoopte maar dat achter de Berenkuil het grindbankje niet te veel water zou hebben, dat zou de plannen aardig in de war kunnen sturen.
Bij de Favoritentöter begon ik al wat non verbaal te hinten op wat er komen zou. Het zelfvertrouwen liet ik een beetje vieren en een zorgvuldig ingestudeerde "krampachtige blik" moest het signaal geven: "let op deze vaarder". Verder ging het, in de gebruikelijke chaotische Batavieren / Okawa stijl.
Op naar de Berenkuil; links van het paaltje met de neus een tikje naar rechts. Dan een stukje door drijven en even doen of je niet oplet. Op het moment dat je de steentjes voelt een machtige heupzwaai en bottoms-up. Voor het dramatisch effect even blijven liggen, net doen of je nog probeert te rollen. Maar dat kan helemaal niet, je zit immers klem op het bankje. Nu kijken wat ze gaan doen! Op een gegeven moment toch maar het spatzeiltje los en uitgestapt. Omdat ze natuurlijk niet op zaten te letten heb ik maar niet mijn kano en peddel laten drijven want dan had je kans dat de sukkels ze in de chaos niet meer zouden terugvinden, dan werd het wel een erg dure grap voor een reddingstestje.
Affijn ik stond dus op het bankje met aan één kant de hoofdstroom; dikke meter diep en aan de andere kant een steile wand met een kleiner, maar dieper stroompje er tussen.
Van Hans en Sas hoef je niks te verwachten, de één vaart voorbij en de andere gaat snel aan de kant liggen. Nyke had het te druk met haar Okawaantjes, dus eindelijk verzon Jaivi het om een lijntje te werpen. Was toevallig een goede worp, boot aangeklikt en laten drijven. Die hadden ze redelijk vlot aan de kant, maar voordat iemand het verzon hem los te klikken duurde wel weer even. Hans kwam eindelijk in actie. Toen moest er natuurlijk ook iets met het "slachtoffer". Het lijntje werd ingepalmd en een tweede worp. Weer op maat, het was dus geen toeval, respect! Menno zekerde Jaivi aan zijn zwemvest en het "slachtoffer" moest gesteund door die lijn ook naar de overkant. Met peddel als steun en lijn als zekering kon het "slachtoffer" door de hoofdstroom waden. Natuurlijk waren de Bataviertjes niet zo gediend van het feit dat hun "slachtoffer" zo, half droog de overkant zou bereiken dus ze besloten mij met een ferme extra ruk nog net even omver te trekken. Wat je allemaal niet over moet hebben voor een in situ reddingsoefening! Maar uiteindelijk bereikte uw "slachtoffer" de overkant. Einde oefening, hulde!
Daarna hebben we ons de laatste paar honderd meter nog even uit kunnen leven, een rolletje om te laten zien dat ik het nog best kon en een vreugdesprongetje in de Roer bij het uitstappen tot besluit, om het einde van het winterseizoen te vieren.
Kortom het was een mooie dag!
Groeten,
Cees