Eifel 13 en 14 december 2003

Vrijdag 12 december. We hebben dit najaar alleen nog maar gevaren op de Erft en op Hohen Limburg. De peilschalen in Eifel en Ardennen zitten al maanden vastgeroest op hun minimumstand. Zo ook onze vaarspieren. Om daar nu toch wat aan te doen hebben we besloten het wildwaterweekeinde toch door te laten gaan en bij gebrek aan water er een wild weekeinde van te maken.

Er is een programma van wild-schranzen en wildwater-wandelen uitgedacht. Met de garantie dat er ook werkelijk geen wildwater gevaren zal worden is zelfs Marie-Louise bereid gevonden de sociale kaders van de wildwatervaarders te overschrijden en besluit mee te gaan.

Omdat denken en doen toch wel een heel grote stap is besluit Marie-Louise gebruik te maken van het griepgolfexcuusa en belt vrijdagmiddag alsnog af. Met z'n drien, Sas, Paul en ik vertrekken we om 19.30 uur uit Nijmegen.

Zo halverweg Venlo gaat de telefoon. Het is Teun, hij heeft problemen met de dynamo en is vlak na Keulen op een rast-stette gestrand. Na enig overleg besluiten we dat al het voedsel dat Teun meesleept te belangrijk is om te laten staan. We maken bij Keulen een omweggetje en pakken het voer en Teun op.

Tot de nok toe afgeladen met voedsel en 4 personen rijden we verder. Hoe we dit hadden moeten doen als we Marie-Louise er ook nog bij hadden gehad of wanneer er kanospullen mee waren gegaan? Geen idee.

Eenmaal aangekomen bij haus Gerullis in Landkern worden wij, of eigenlijk het eten,  met open armen ontvangen. De kerstman is geinstalleerd en bier, wijn en chips vinden hun gebruikelijke weg. Het is gezellig als altijd met als enig verschil dat we nu geen sterke verhalen vertellen over de te varen rivieren maar meer oog hebben voor de aanbevolen wandelkleding voor de volgende dag.

Zaterdag lopen we langs de Ehrbach stroomopwaarts. We starten bij Ehrenburgertal waar voor het dorp een grote parkeerplaats is. Ook verder stroomopwaarts zijn er voldoende mogelijkheden een auto neer te zetten. Doorvaren naar de Moezel lijkt ons niet veel meerwaarde te bieden. De rivier heeft nu ongeveer een kwart kuub water en 2 tot 3 kuub lijkt ons een interessante waterstand te zijn.

We lopen eerst 5 kilometer langs de Ehrbach omhoog en komen diverse kanouitdagingen tegen. De rivier zelf is hier snel, smal en bochtig. Met een beetje water erop is het een moeilijk traject waar je technisch goed onderlegt voor moet zijn om het er heelhuids vanaf te brengen.

Bochten met bomen, opeens opduikend prikkeldraad, lage bruggetjes, weinig keerwaters en een egaal verval waardoor er weinig rustpunten beschikbaar zijn (zeker geen drop and pool rivier (-;)

Dan zijn we bij de Ehrbachklamm aangekomen. De rivier versmalt hier verder met meer verval grotere verblokking en af en toe een trap of trapje. De waterval van 4 meter die aan het einde van de kloof zit zie je op de foto linksboven. Deze is zeker geen 4 meter hoog en biedt na een goede verkenning zeker mogelijkheden voor bevaring. Helemaal rechts (stroomafwaarts gezien).

Het is we leven wennen hoor! Zo helemaal zonder boot langs een rivier wandelen, we kunnen ons alleen maar met de theorie bezig houden. Regelmatig hoor je uitspraken als "deze passage wil ik wel eens zien met 3 kuub water erbij" of k denk dat ik de begeleiding van de kant wel ga doen". 

Gelukkig, daar komt een kanor aan! We weten werkelijk niet wat we zien, maar gestoken in kleurige kledij en met een rode punthelm op komt een kanor in een groene boot de hoek om zetten. Soepel pakt hij een keerwater en lijkt in het geheel niet onder de indruk van de moeilijkheden in de Ehrbachklamm.

Dit moeten we zien. Snel volgen we de kanor stroomaf. We willen wel eens zien hoe hij dat verval aan het einde van de kloof neemt. Zonder aarzeling duikt hij over de rand. Na een val van toch wel 20 keer zijn lichaamslengte knalt hij in de diepe poel onderaan de de waterval.

21, 22, 23, .... Het duurt maar en duurt maar. We zien een kleurige schim onder water, hij zit klem onder een tak!

Met ware doodsverachting duikt Ron het water in en na herhaalde pogingen slaagt hij erin de kanor uit zijn hachelijke positie te bevrijden. Buiten bewustzijn wordt hij boven water gehaald. Ron past direct zijn reanimatie technieken toe en na een paar minuten komt er weer leven in het manneke. 

Dol van geluk vliegt hij Ron om de hals en sindsdien zijn ze altijd samen.

Een eind boven de Ehrbachklamm klimmen we het dal uit en keren via de hoogvlakte terug richting startpunt. Dit deel van de route gaat bijna geheel over asfalt en kan ons niet boeien. Bij de eerste de beste mogelijkheid draaien we terug het dal van de Ehrbach in om langs het water terug te keren naar de auto's.

In Ehrenburgertal wordt eerst het plaatselijke bier getest waarna Teun in Landkern aan de voorbereidingen van het wild-schranzen begint. In twee uur heeft hij een perfecte wildmaaltijd met wildzwijnrug en een stoofpot van ree met stoofperen en spruiten op tafel. HULDE TEUN! 

Zondag gaan we naar de Endert. Deze loopt vlakbij Landkern door een scherp ingesneden dal naar Cochem om daar in de Moezel uit te komen. De Endert staat bekend als de moeilijkste rivier van de Eifel. 

Gezien de breedte, de bochten, het verval, de bomen en de verblokking kunnen we ons daar wel wat bij voorstellen.

Het heeft die nacht stevig geregend en de peilschaal vlak boven hotel Weiszmhle staat op 45 cm (bij terugkomst op 40). Vanaf 50 cm is de Endert bevaarbaar. Gelukkig dat het niet harder heeft geregend, dan hadden we echt gebaald.

De wandeltocht is perfect. Af en toe een zonnetje, een goed pad langs de rivier en een zeer afwisselend landschap. Deze tocht is in voorjaar of najaar een absolute aanrader. Nu waren de hellingen grotendeels kaal.

Het keerpunt van onze tocht ligt op 8.5 km vanaf het begin. Het is het hoogtepunt va nde Endert, een waterval met een totaal verval van circa 6 meter. Een kleine meter in het eerste deel en dan rechts aanhoudend de rand over. Meer dan 5 meter omlaag een grote poel in. 

Neem je de linker doorgang, dan val je in een smalle stenen trog van 4 meter diep. Veel te gevaarlijk. De hoofdstroom houdt rechts aan. Nadeel bij de huidige waterstand is een stevige tak die in de aanvaart zit (zie foto linksonder) Daar valt echter wel overheen of aan voorbij te komen. Bij deze waterstand loop je niet het risico links van het verval afgespoeld te worden.. 

Na de waterval vaar je 4 kilometer door een redelijk overzichtelijk dalletje. Er zitten wel her en der wat bomen en het verval is egaal en stevig. Een redelijke raketsloot klasse Ardennen III vooral veroorzaakt door de kleine keerwaters, bochten en bomen.

Na die 4 kilomter komt de eerste echte "Proof of the pudding". Het verval neemt stevig toe en er liggen diverse grote blokken. Met meer water is dit het moeilijkste deel van de Endert.  600 meter WW IV.

In het bereik van alle molens heeft de rivier een breedte tussen de 2 en 3 meter. Er wordt altijd een klein gootje water naar zo'n molen afgetapt en om deze goot te beschermen tegen hoog water is de rivier daar redelijk ingedamd. Aan de ene kant meestal een rotswand en aan de andere kant het muurtje dat het pad en het molenkanaal moet beschermen. 

Deze passages moet je van tevoren absoluut verkennen. Er zitten geen keerwaters in en een boom halverwege kan dodelijk zijn.

Tot aan het hotel Weiszmhle blijft de Endert met hoog tempo doordenderen. Als je de peilschaal gepasseerd bent moet je 200 meter verder in een linker keerwater uitstappen. Vanaf het hotel dendert de Endert door een goot met hoge kanten met nauwelijks tot geen keerwaters. Bij hoog water kan je alleen nog ergens halverwege in een tuin aan de verkeerde kant van de rivier uitstappen. Bij hotel Weiszmhle is een grote parkeerplaats voor wandelaars. Een ideale uitstapplek. Daarnaast hebben ze er Weizenbier!

Samenvattend: 

Schitterende sloot. Alles wat je niet kunt overzien moet je verkennen. Wildwater tot en met klasse IV. Gevaarlijk als je geen kleine keerwaters kunt varen. Staat er voldoende water, plan dan maar 5 uur in voor de tocht. Uitstappen en stoppen met de tocht is overal mogelijk.

 

Menno